Krijgsmachtpredikant ds. Breunesse: Koninginnedag 2009 was dieptepunt
Met zijn benoeming tot krijgsmachtpredikant bij de Koninklijke Marechaussee ging „een oude wens in vervulling”, vertelde ds. Breunesse eind 2008 in deze krant. „En ik heb het hier nog steeds goed naar mijn zin”, zegt hij ruim drie jaar later op de Koning Willem III-kazerne in Apeldoorn. „Maar de grote vraag was of er in 2013, als mijn contract afloopt, nog plaats voor mij zou zijn.”
Want de bezuinigingen die Defensie treffen, zullen ook de diensten geestelijke verzorging niet onberoerd laten. „Reken maar uit: 12.000 man moet weg, een zesde deel van de totale krijgsmacht. Toen ik hier kwam, zaten hier jaarlijks nog 700 marechaussees in opleiding; nu zijn dat er nog hooguit 400. Onze andere kazerne, in Eefde, ook in Gelderland, gaat dicht. Ook het aantal uitzendingen wordt minder. En al ziet Defensie het belang van de geestelijke verzorging zeker in, vroeg of laat moet dat gevolgen hebben. Op dit moment wordt bijvoorbeeld het mes al gezet in ondersteunende functies.”
De onzekerheid over zijn toekomst bij het leger vormde voor de nu 52-jarige predikant aanleiding het mobiliteitsbureau van de Protestantse Kerk te benaderen, met de vraag „eens uit te zien in de buurt van Hardenberg”, zijn woonplaats. Niet lang daarna kwam het verzoek vanuit Dedemsvaart of hij een beroep in overweging wilde nemen. „Mijn naam was ingebracht door onder andere jongeren. Uiteindelijk ben ik half januari beroepen, en een week later heb ik het aangenomen.”
Toch wat jammer?
„Ik heb collega’s van wie ik weet dat ze niet graag zouden terugkeren naar een gemeente, de gewone maatschappij. Zelf ervaar ik dat niet zo. Het gemeentewerk heb ik ook altijd erg mooi geworden – op het vergaderen na dan. Neemt niet weg dat ik het bij de marechaussee ontzettend goed naar mijn zin heb gehad, en nog heb. Al maak je ook heel droevige dingen mee, met als dieptepunt de aanslag op Koninginnedag 2009 hier in Apeldoorn. Een busschauffeur van ons trompetterkorps is toen om het leven gekomen. Zulke gebeurtenissen hebben een geweldige impact. Moet je je voorstellen: zestig jonge mensen van onze kazerne –18, 19, 20 jaar, net hun opleiding achter de rug– vormden de erewacht. Net vijf minuten voor de aanslag was de desbetreffende chauffeur een paar meter verder gaan staan. Het kostte hem zijn leven. Buitengewoon aangrijpend. Ik heb zijn uitvaart moeten leiden. Ben je hier met duizend man, verdeeld over twee hallen. Volledige stilte. En nog steeds merk je dat mensen er niet helemaal overheen zijn; ik krijg nog jongens op mijn kamer die hierover willen praten.”
Nog een dieptepunt: „Ik zat net zes weken op deze kazerne, toen een jongen van 19 verongelukte. Wat je dan trouwens wel ziet, is dat je positie als dominee meteen voor iedereen duidelijk is.”
Hoe zou u die willen omschrijven?
„Eigenlijk ben je een vrijplaats voor iedereen. De kerk, in mijn geval de Protestantse Kerk, is je zendende instantie. Ik hoef me dus bijvoorbeeld niet te verantwoorden richting de commandant, wat iedere andere militair wel moet. Hier kunnen mensen vrij praten, over alles. De bezuinigingen, problemen thuis, liefdesproblemen, vragen over het geloof.”
Wijzend op de lege stoelen in de sobere ontmoetingsruimte: „Hier zit ik ook nogal eens, met een klasje van twaalf, vijftien man. Acht keer per jaar, voor iedereen verplicht. En dan geef ik les, wat het midden houdt tussen, zeg, godsdienst en maatschappijleer.”
Aan de wand hangt een opinieartikel uit deze krant van 18 mei 2009, van de hand van de christelijke gereformeerde krijgsmachtpredikant ds. P. L. D. Visser. De kop: ”Gods Woord ook krachtig in het leger”.
Herkenbaar?
„Ik zou het misschien iets minder zwaar aangezet zeggen, maar toch – ik herken dat wel, ja. Kijk, 80 procent van de mensen die hier zitten heeft weinig of niets met het geloof. Vaak kijk ik waar iemand vandaan komt. Is dat Katwijk, dan is de kans groot dat hij of zij kerkelijk is. Per klas heb je doorgaans één of twee man. En natuurlijk, je hebt het dan niet altijd over het geloof. Maar regelmatig gebeurt het dat ze er spontaan mee komen. Ik had een keer een hele groep die binnenkwam: Hebt u een Bijbel voor ons? Blijkbaar hadden ze het met elkaar over iets uit de Bijbel gehad, en nu wilden ze er allemaal een hebben. Dat is geen regel, zeker niet, maar het is wel mooi, zoiets.
Wat je wel merkt, is dat mensen het vaak moeilijk vinden om ervoor uit te komen dat ze christen zijn. John van Eck, die vóór mij op deze kazerne zat, zei ooit tegen me: Ik bid en dank altijd voor het eten. Zelf doe ik dat ook. Maar ik had hier een meisje dat zei: Ik doe het ’s morgens vroeg wel, voordat de dag begint. Ik kan dat op zich wel begrijpen. Het ís lastig, je bént in een machowereld. En toch, we zijn te schuchter.
Anderzijds: vorige week waren we op Beukbergen, het vormingscentrum van Defensie, en toen vroeg ik mensen op te schrijven wat voor hen op de eerste plaats stond. Twee jongens schreven op: God en de Bijbel. Zoiets vind ik toch mooi. Als jij er niet over praat, wie moet het dan doen?”
Hoe ziet u uw werkzaamheden in Dedemsvaart voor zich?
„Het is een protestantse gemeente in wording: twee hervormde gemeenten en twee gereformeerde kerken, die gaandeweg samen willen gaan. Waar ik met name naar uitzie, is het pastoraat – onder jongeren, onder randkerkelijken. En ik wil de straat op. Want we zijn als kerk veel te veel naar binnen gericht, veel te bescheiden.”
Ds. Breunesse
Ds. B. G. (Bart) Breunesse, geboren op 11 september 1959, is sinds 1 augustus 2008 krijgsmachtpredikant bij het Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn (Koning Willem III-kazerne). Zijn opleiding volgde hij samen met onder anderen ds. P. van Duijvenboden, die recent terugkeerde uit Afghanistan en in deze krant tweewekelijks een impressie gaf van zijn ervaringen als geestelijk verzorger daar. Ds. Breunesse, opgegroeid in een Gereformeerde Bondsmilieu, was van 2003 tot 2008 predikant van de hervormde gemeente in Gramsbergen; daarvoor ruim vier jaar kerkelijk werker in Roodeschool. Hij en zijn vrouw hebben vijf kinderen en twee kleinkinderen.
In kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Lees hier interviews met andere spraakmakende personen.