Vijf vragen over het Cambodja-Tribunaal
PHNOM PENH (ANP) – Het Cambodja-Tribunaal heeft vrijdag in hoger beroep Kameraad Duch veroordeeld tot levenslang. Duch was het hoofd van de beruchte martelgevangenis Tuol Sleng in de tijd van de Rode Khmer. Hieronder volgen vijf vragen en antwoorden over het tribunaal.
Wat is het Cambodja-Tribunaal?
Het tribunaal is opgericht om de leiders van het regime van Pol Pot (1975-1979) te vervolgen. Het wordt gesteund door de Verenigde Naties, omdat Cambodja zelf niet over voldoende middelen beschikt.
Het tribunaal heet officieel de Buitengewone Kamers in de Hoven van Cambodja (ECCC). Het is een Cambodjaans hof waar namens de VN buitenlandse magistraten aanschuiven, onder wie de Nederlandse rechter Katinka Lahuis. De rechters passen internationale en Cambodjaanse wetgeving toe tijdens het proces.
Wie moeten voorkomen?
Het eerste proces is dat tegen Kaing Geuk Eav, alias Duch. Hij leidde het beruchte martelcentrum Tuol Sleng, waar minstens 12.000 mensen de dood vonden. Verder loopt er een zaak tegen oud-staatshoofd Khieu Samphan, oud-ministers Ieng Sary en Ieng Thirith en ideoloog Nuon Chea vast. Pol Pot ontkomt aan vervolging. Hij stierf in 1998 in de jungle van Cambodja.
Waarom dertig jaar later nog vervolgen?
Cambodja wil een duistere periode uit de geschiedenis van het land afsluiten. De nadruk ligt al vele jaren op verzoening. Veel misdadigers uit de tijd van de Rode Khmer zijn inmiddels dan ook „vreedzaam geïntegreerd” in de samenleving.
In 1997 werd besloten tot oprichting van het tribunaal, omdat de overheid stelde dat de ’grote jongens’ toch moeten boeten voor de gruwelijkheden die zij op hun geweten hebben voordat het boek dicht kan.
Waarom is er een apart tribunaal?
De verdachten die voor het Cambodja-Tribunaal verschijnen, kunnen nergens anders vervolgd worden. Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag vervolgt alleen misdaden die na de oprichting van dit instituut hebben plaatsgevonden. Een ’eigen’ tribunaal was dus de enige mogelijkheid.
Wat deed de Rode Khmer?
Het communistische regime voerde tot 1979 een nietsontziend beleid. Mensen werden massaal opgepakt, gemarteld en uiteindelijk geëxecuteerd. Naar schatting 2 miljoen mensen kwamen om door executies, marteling, honger en uitputting. De massale sterfte was het directe gevolg van het streven van de ultramaoïstisten het land om te vormen tot een utopische landbouwstaat.