Voor het oog leek de zwaar uit de hand gelopen confrontatie van woensdagavond tussen Egyptische supporters op een ordinaire voetbalrel. Zeker 74 mensen werden gedood bij ongeregeldheden na een wedstrijd in Port Said. Circa duizend fans raakten gewond. Dat is op zich vaker in de geschiedenis gebeurd.

Daarmee is echter niet het hele verhaal verteld. Weliswaar zijn de desbetreffende clubs, al-Ahly en al-Masry, sinds jaar en dag elkaars aartsrivalen en gaan wedstrijden tussen hen niet zelden met geweld gepaard.

Maar de omvang en de inten­siteit van het geweld van woensdag­avond doen vermoeden dat er meer achter zit dan alleen sportieve rivaliteit.

De aanhangers van al-Ahly, ook wel Ultra’s genoemd, speelden een belangrijke rol in de opstand tegen het regime van de Egyptische president Mubarak, begin vorig jaar. Zij stonden bekend om hun obscene leuzen en gewelddadige optreden tijdens de protesten. Met de beschuldigende vinger wordt dan ook gewezen naar aanhangers van Mubarak, die de wedstrijd van woensdagavond zouden hebben aangegrepen om wraak op hun tegenstanders te nemen. De moslimbroederschap, die onlangs de verkiezingen in Egypte won, sprak zich woensdag direct in die zin uit. „De gebeurtenissen in Port Said waren gepland, en zijn een signaal van de restanten van het oude regime”, aldus parlementariër Essam al-Erian.

Meer nog dan dat laten de gewelddadigheden van woensdag het onvermogen van de autoriteiten zien om de orde te handhaven. De politie hield zich nagenoeg afzijdig en ook het leger trad nauwelijks op.

De politie lag begin vorig jaar zwaar onder vuur wegens het brute optreden tegen demonstranten op het Tahrirplein in Caïro. Sindsdien hebben agenten zich aanzienlijk terughoudender opgesteld.

De ordetroepen hadden zich woensdag echter zo terughoudend opgesteld dat fans zelfs messen het stadion konden binnen­smokkelen. Dat geeft eens te meer te denken.