Vlaktaks is het onderzoeken waard
In een tijd met ongekende technologische mogelijkheden mag een vlaktaks geen doel zijn op zich. Een evenwichtig onderzoek naar de voors en tegens is echter gewenst.
En ja hoor, daar was-ie alweer: de vlaktaks. Terug van eigenlijk nooit lang weggeweest. Ieder jaar passeren er wel verschillende voorstellen –soms goed uitgewerkt, vaker niet– de revue voor een belastingtarief met de wezenskenmerken van een vlak veld.
Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw staat deze taks, die ieder inkomen met eenzelfde percentage belast, al wel op de politiek-economische agenda.
De VVD schaarde zich er in 2005 achter, het Wetenschappelijk Instituut (WI) voor het CDA deed dat al in 2001. En Wilders? Tja, die wilde het eerst wel, maar nu weer niet.
Het was het CDA dat de discussie nieuw leven inblies, door vorige week –in een rapport van het Strategisch Beraad, dat de koers voor de partij in de komende jaren uitzette– te pleiten voor invoering van een vereenvoudigd belastingsysteem met hooguit twee in plaats van de huidige vier tarieven. In een opinieartikel in de Volkskrant zetten zes economen, onder wie SGP-Kamerlid Dijkgraaf en directeur Gradus van het WI voor het CDA, de voordelen deze week op een rijtje.
Die zijn ongeveer als volgt: er zou fiks kunnen worden bespaard op uitvoeringskosten en drastisch gesnoeid in het welhaast ondoordringbare woud van ruim honderd aftrekposten en toeslagen die het fiscale stelsel telt. Verder komt de voor bedrijven gunstige loonsomheffing dichterbij, zou het probleem rond de hypotheekrenteaftrek in één klap stukken kleiner worden en, ook niet onbelangrijk, kan de keuze van partners om wel of niet te werken weer gewoon aan de keukentafel worden genomen in plaats van steeds meer afgedwongen door Den Haag.
Als klap op de vuurpijl zou de platte taks zelfs 100.000 extra banen opleveren, onder meer doordat de verstorende werking van het huidige, sterk progressieve stelsel, voor het arbeidsaanbod wordt weggenomen.
De schrijvers stellen een vlak tarief voor van 35 procent. Eventuele voordelen van die verandering voor grootverdieners (die nu tegen 52 procent worden belast) worden afgeroomd met een extra heffing op topinkomens.
Een échte vlaktaks mag het voorstel daarmee feitelijk niet heten. Het is een vlak veld met aan de horizon een heuvel. Typisch Nederlands ook, zo’n vlaktaks met Grebbeberg. Een hoger tarief voor hogere inkomens lijkt voor de Nederlandse situatie het maximaal haalbare en wellicht ook het meest wenselijk: het houdt het adagium ”breedste schouders, zwaarste lasten” nog enigszins overeind.
Ook tegenstanders van de vlaktaks roerden deze week de trom. Zij wijzen op de negatieve gevolgen van het verhogen van de belastingdruk voor met name lagere inkomens. Ook zou een vlaktaks, omdat deze de druk op hogere inkomens verlaagt, ertoe kunnen leiden dat rijkeren minder geneigd zijn om aan het arbeidsproces deel te nemen. Geen extra banen dus, misschien wel minder.
Kernpunt in veel kritieken is dat het platte tarief van een vlaktaks fiscaal-economisch gezien niet het meest optimale belastingtarief is om inkomenspolitiek mee te bedrijven. Argumenten om de taks in te voeren, zouden dan ook meer politiek van aard zijn. Voor veel eigenaardigheden in het huidige stelsel geldt echter precies hetzelfde. De pogingen –met miljarden euro’s– van opeenvolgende regeringen om de arbeidsparticipatie van vrouwen te vergroten, is ook meer ingegeven door partijpolitiek dan door economisch vernuft.
Bovendien is op voorhand niet helder te bepalen of invoering van een vlaktaks leidt tot grotere inkomensverschillen tussen arm en rijk, zonder exact te weten wat er gaat gebeuren met de huidige overdaad aan aftrekposten en toeslagen.
Dat een simpel belastingstelsel geen doel is op zich, is duidelijk. In 2012 is het meer dan ooit mogelijk een verfijnd belastingstelsel op poten te zetten dat groepen op maat bedient. Maar het kan geen kwaad als de commissie (die op verzoek van de SGP door staatssecretaris Weekers (Financiën) zal worden opgetuigd) die de mogelijkheden van een herziening van de inkomstenbelasting gaat onderzoeken, óók de voors en tegens van de vlaktaks onder de loep neemt.
Als dan de conclusie luidt dat we er toch maar beter niet aan kunnen beginnen, pakken we toch de huidige winst: zelfs de grootste tegenstanders van de vlaktaks betogen inmiddels dat het huidige stelsel dringend vereenvoudiging behoeft.