Macht en onmacht van de tuchtrechter
DEN HAAG – De zorginspectie maakte gisteren bekend drie artsen-microbiologen van het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam voor de tuchtechter te dagen, omdat ze patiënten onvoldoende hebben beschermd tegen besmetting met de klebsiellabacterie. Vijf vragen.
Wat is het tuchtrecht?
Het tuchtrecht bestaat naast het strafrecht als een vorm van rechtspraak voor een bepaalde beroepsgroep. Voor artsen is er het medisch tuchtrecht; andere vormen die in Nederland bestaan, hebben betrekking op accountants, advocaten en notarissen.
Volledigheidshalve kan nog worden opgemerkt dat de zorgsector niet een maar twee vormen van tuchtrecht kent. Het medisch tuchtrecht waar de Rotterdamse artsen mee te maken krijgen, is een vorm van wettelijk tuchtrecht, wat inhoudt dat de tuchtrechtelijke procedures zijn vastgelegd in wetten. Daarnaast kent de zorg het zogeheten verenigingstuchtrecht, dat informeler is en een minder ingrijpend pakket aan sanctiemaatregelen kent.
Wat bepaalt dan onder welk van de twee vormen van tuchtrecht een werker in de gezondheidszorg valt?
De Nederlandse wetgever heeft bepaald dat een aantal medische beroepsbeoefenaren zich verplicht moet registreren in het artsenregister, waarmee de titel die zij voeren meteen beschermd is. Dit geldt bijvoorbeeld voor alle medisch specialisten in ziekenhuizen, voor psychiaters en huisartsen. Als deze medici te maken krijgen met het tuchtrecht, is dat het wettelijk tuchtrecht.
Om redenen die lang niet altijd eenvoudig zijn te achterhalen, bestaat die registratieplicht voor andere beroepen in de gezondheidszorg, bijvoorbeeld voor gezinsvoogden of sociaal-agogisch medewerkers in de jeugdzorg, niet. Deze categorie werkers heeft wel een eigen belangen- dan wel beroepsvereniging, inclusief een eigen tuchtcommissie, maar is niet verplicht zich daarbij aan te sluiten. Klachten over een behandeling kunnen deze commissies dus alleen in behandeling nemen als ze zijn ingediend tegen bij de beroepsvereniging aangesloten leden. Is er geen lidmaatschap, dan houdt het op.
Waarin verschilt het sanctiepakket van het wettelijk tuchtrecht van dat van het verenigingstuchtrecht?
Een ultieme consequentie van het wettelijk tuchtrecht kan zijn dat artsen, zoals de microbiologen uit het Maasstadziekenhuis, worden geschrapt uit het artsenregister en hun titel moeten inleveren, waarna ze eigenlijk alleen nog als zzp’er zonder beschermde titel en dus buiten het ziekenhuis verder kunnen werken. Gezinsvoogden en sociaal-agogisch medewerkers kan hoogstens het lidmaatschap van de beroepsvereniging worden ontnomen. De consequenties daarvan zijn echter veel minder groot.
Hoe gaat een wettelijke tuchtrechtprocedure in zijn werk?
Het begint ermee dat ofwel de inspectie, zoals in dit geval is gebeurd, ofwel de patiënt of (een van) diens nabestaanden een klacht indient bij een van de vijf regionale tuchtcolleges voor de gezondheidszorg. Het tuchtcollege, samengesteld uit medici en juristen, beslist vervolgens of het de klacht in de raadkamer afdoet, of dat partijen in een openbare zitting worden gehoord.
Het uiteindelijke doel van de tuchtzaak is helder krijgen of de arts de zorg heeft geleverd die hij was gehouden te leveren, afgaande op het heersend medisch inzicht ten tijde van de behandeling. Is dat niet het geval en is de klacht gegrond, dan volgt in 99 procent van de gevallen ook een sanctie, die kan variëren van een waarschuwing tot een verwijdering uit het beroepsregister.
Kunnen gedupeerde patiënten nog meer doen, behalve naar de tuchtrechter gaan?
Zeker, twee andere opties zijn: aangifte doen bij de politie of een civiele procedure beginnen. Via de politie kan een zaak belanden bij de strafrechter, die vervolgens kan nagaan of een arts moet worden veroordeeld wegens het toebrengen van lichamelijk letsel, al dan niet met de dood als gevolg.
De civiele rechter gaat na of een arts voor schade die na een behandeling kan zijn ontstaan aansprakelijk kan worden gehouden en welke schadevergoeding er dient te worden betaald.