Harderwijkers lezen namen 21 Joden
HARDERWIJK – Ongeveer veertig Joden woonden in de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog in Harderwijk. Drie van hen stierven een natuurlijke dood. Tien overleefden de oorlog door onder te duiken. Alle anderen werden weggevoerd. Niemand van deze 21 mensen keerde terug. Hun namen worden vrijdag voorgelezen bij de voormalige synagoge.
Het vroegere Joodse bedehuis bevindt zich in de Jodenkerksteeg, een van de smalle straten van het centrum van Harderwijk. Aan de buitenkant is het nog herkenbaar als synagoge. Tegenwoordig is het echter een christelijk inloophuis dat vooral door vrijwilligers wordt gerund. Op de eerste verdieping bevindt zich een 4 meter lange herinneringswand met foto’s van een aantal Harderwijkse Joden en voorwerpen die binnen de Joodse traditie worden gebruikt.
Ook een plaquette met twee namenlijsten aan de buitenkant van de synagoge herinnert aan het drama dat Harderwijk trof. De naam Härtz wordt zeven keer vermeld, terwijl Zwart vier keer voorkomt. Achter de namen staan de officiële overlijdensdata. Negentien mensen zijn omgekomen in 1943, één in 1942 en één in 1944. Deze namen, met enkele toevoegingen zoals beroep en leeftijd, worden vrijdag voorgelezen, op de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust. Omdat op 27 januari 1945 het vernietigingskamp Auschwitz werd bevrijd, worden die dag internationaal de Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht.
Het idee om de namen voor te lezen, werd vorig jaar geboren. Onder de organisatoren en initiatiefnemers zijn Stien van der Hout en Anton Daniëls, die in 2010 een fotoboek uitbracht over Harderwijkse Joden die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Van het boek is slechts één exemplaar beschikbaar, dat in de synagoge ligt. Van der Hout, emeritus predikante van de gereformeerde kerk in Kootwijkerbroek, woonde zeven jaar in Israël en is voorzitter van een interkerkelijke werkgroep Kerk en Israël. „Vorig jaar was ik voor de provinciale werkgroep in Winterswijk. Daar bleken ook jaarlijks de namen van omgekomen Joden te worden afgelezen”, aldus Van der Hout. Ze vond dit zo bijzonder dat ze het ook in Harderwijk wilde doen. Daniëls: „Het voorlezen van namen is voor een Jood belangrijk. Als je naam niet meer wordt genoemd, ben je echt vergeten.”
Harderwijk kende in de oorlog een kleine Joodse gemeenschap. In totaal veertig mensen lieten zich in 1940 registreren als Jood. „Maar er zullen er ook zijn geweest die zich niet lieten registreren. Dus hoeveel Joden er werkelijk in Harderwijk woonden, is niet met zekerheid vast te stellen. De Duitsers hadden wel nauwkeurig de namen van gemend gehuwde Joodse vrouwen en hun kinderen op lijsten vermeld”, aldus Daniëls.
Na de eerste grote razzia in Amsterdam ontvluchtten veel Joden de hoofdstad. Twee van hen kwamen in de Gelderse plaats. Aanvankelijk doken velen niet onder. In 1943 leefde er echter vrijwel geen enkele Jood meer in het openbaar. In dat jaar kregen de laatste zes Joodse Harderwijkers het bevel de provincie Gelderland te verlaten. Vijf van hen moesten zich melden in Kamp Vught. De zesde, een vrouw die ernstig ziek in het ziekenhuis in Harderwijk lag, werd rechtstreeks per auto naar Westerbork gebracht. Daniëls: „Verpleegkundigen hebben nog beweerd dat ze een besmettelijke ziekte had, maar daar werd niet op ingegaan.”
Twee gezinnen overleefden de oorlog door onder te duiken. Benjamin en Roosje Härtz en Abraham en Jeanette Härtz, elk met drie kinderen. Een vierde kind van Abraham en Jeanette, de 19-jarige Aäron, stierf in 1943 in een Pools werkkamp.
Na de oorlog bleek dat overlevende Joden vrijwel niets meer hadden. Hun huizen en winkels waren leeggehaald. Veel spullen waren vernietigd of aan anderen gegeven. Aangezien eigendomsbewijzen ontbraken, kregen mensen vrijwel nooit iets terug.
Onder de mensen die door de organisatie zijn uitgenodigd voor de bijeenkomst van vrijdag zijn Joden en ook afgevaardigden van verenigingen en de gemeente Harderwijk. De namen worden voorgelezen door verwanten van de overledenen en mensen die nauw bij de geschiedenis van Joods Harderwijk zijn betrokken. Van der Hout: „Sommigen kunnen het niet opbrengen om te komen. Het is voor hen te emotioneel.”
De reden dat de namen niet tijdens de Dodenherdenking op 4 mei worden voorgelezen, is dat Joodse mensen volgens Daniëls die dag te breed vinden. „Die dag worden ook omgekomenen uit andere periodes herdacht. Het is belangrijk om ook hen te herdenken. Maar in Harderwijk hebben we gekozen voor 27 januari om de namen voor te lezen.”