Binnenland

Debat zonder ‘gelovigen’

Het was er de commissie nooit om te doen de burger de biotechnologie „door de strot te duwen”, stelt voorzitter Terlouw. Integendeel, hijzelf en zijn commissie wilden volstrekt neutraal zijn. Toch valt wel te begrijpen waarom sommige maatschappelijke groeperingen het werk van de commissie vooral hebben ervaren als de burger rijp maken voor de acceptatie van gemanipuleerd voedsel.

10 January 2002 11:55Gewijzigd op 13 November 2020 23:21

Na een jaartje hard werken, presenteerde de door minister Brinkhorst van Landbouw ingestelde commissie-Terlouw woensdag haar rapport. De oud-D66-leider had als opdracht meegekregen een publieksdebat te organiseren over de voor- en nadelen van genetisch gemodificeerd voedsel. Op die manier zou hij enerzijds moeten vernemen hoe de mondige burger over dit onderwerp denkt, anderzijds zou het debat bij moeten dragen aan een grotere kennis van biotechnologie en voedsel bij het brede publiek.

Vele debatavonden, krantenadvertenties, internetactiviteiten en op scholen gegeven toneelvoorstellingen verder, komt Terlouw met een genuanceerd maar tamelijk helder beeld. Hoofdconclusie: de meeste Nederlanders kan biotechnologie geen biet schelen. Want dat op een advertentiecampagne zo’n 26.000 lezers reageerden en dat 44.000 bezoekers zich op de website meldden, kan onmogelijk uitgelegd worden als een overweldigende belangstelling voor het onderwerp.

Opmerkelijk genoeg roept gemanipuleerd voedsel blijkbaar lang niet die angstreacties op als kernenergie in de jaren ’70 en ’80 deed, toen eveneens een maatschappelijk debat plaatshad. Terlouw gaf woensdag ruiterlijk toe dat het hem tegengevallen was dat het aantal deelnemers aan het debat ver onder de 100.000 is gebleven. „De opvolging van Louis van Gaal als bondscoach van het Nederlands elftal interesseert de mensen meer dan genetische manipulatie. Toch vind ik het belangrijk dat elke burger in elk geval de kans gehad heeft zijn mening te geven.”

De burgers die meededen aan het debat, waren in het algemeen wel heel sceptisch over biotechnologie in voedsel, maar wezen de nieuwe ontwikkelingen niet categorisch af. Een onvoorwaardelijk afwijzen op grond van levensbeschouwelijke of ethische argumenten kwam de commissie maar hoogst zelden tegen.

Dat laatste is niet zo heel verwonderlijk. Door de secularisatie van de laatste halve eeuw is het aantal mensen dat zich op het motief van de schepping beroept, sterk afgenomen. Bovendien behoorde het uitdrukkelijk tot de opdracht van Brinkhorst om van het publieke debat beslist geen discussie tussen ’gelovigen’, dat wil zeggen tussen uitgesproken voor- en tegenstanders, te maken. Zulke welles-nietes-debatten hebben weinig zin, vonden zowel Brinkhorst als Terlouw. Vooral de mensen die nog geen uitgekristalliseerde mening hadden, moesten worden benaderd.

Daarom is het evenmin verwonderlijk dat ’gelovigen’ zich in de loop van het publieke debat buitengesloten voelden. Dat zo’n vijftien maatschappelijke organisaties, zoals Greenpeace, de Stichting Natuur en Milieu en het Platform Biologica, september vorig jaar het vertrouwen in de commissie-Terlouw opzegden en aan het debat niet meer deelnamen, mag dan onverstandig zijn geweest, geheel onbegrijpelijk is het niet.

Op zichzelf was het een goed idee om het publieke debat niet ’ins Blaue hinein’ te voeren, maar aan de hand van een negental concrete voorbeelden. Juist bij dit wetenschappelijk ingewikkelde onderwerp was het nodig de zaken dicht bij de burger te brengen. Toch heeft het werken met toepassingsvoorbeelden het nadeel dat men alleen daarop focust, zonder te zien dat toepassingsvoorbeelden voortkomen uit een bepaalde manier van denken, uit bepaalde vooronderstellingen.

In een brief aan de commissie geeft het Platform Biologica daarvan mooie voorbeelden. Neem de casus van de commissie over een phytophtera-resistente aardappel. Urenlang kan worden gedebatteerd over de voor- en nadelen van het inbouwen van een gen waardoor een aardappelras resistent wordt tegen de bekende schimmelziekte. „Maar ligt het eigenlijke probleem niet in het feit dat nog nooit in de wereldgeschiedenis op zo’n grote schaal en zo intensief aardappels zijn geteeld?”, vraagt Biologica de commissie. Als dergelijke fundamentele keuzes niet worden blootgelegd, als mensen niet open staan voor een volstrekt andere manier van denken, is het publieksdebat, hoe nuttig ook, toch tekortgeschoten.

Een ander voorbeeld is het genetisch manipuleren van een zalm. Om deze zalm bij koudwaterkweek toch mooi, roze vlees te geven, moet er een bepaald gen worden ingebracht. „In dit toepassingsvoorbeeld wordt het niet-roze zijn van de zalm als een probleem gepresenteerd”, aldus Biologica. „Maar hier zit het idee van de maakbare natuur achter die consumentenverwachtingen moet vervullen. Zou een reclame-campagne die uitlegt waarom deze zalmen niet roze zijn, niet minstens zo effectief zijn?”

Het is daarom niet verwonderlijk dat zij die deelnamen aan het publieksdebat in acht van de negen toepassingsvoorbeelden geen voordelen zagen. Wél verwonderlijk is dat het merendeel van de deelnemers (64 procent) toch vindt dat de biotechnologische ontwikkeling, onder voorwaarden, mag doorgaan. Misschien heeft dat er wel mee te maken dat iedereen beseft hoe moeilijk wetenschappelijke ontwikkelingen, zelfs al zou een meerderheid dat willen, überhaupt zijn te remmen of terug te draaien. Terlouw: „Zoals alle ontdekkingen kun je genetische manipulatie nu eenmaal niet ’ont-ontdekken’.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer