De Progress-capsule wordt in de nacht van woensdag op donderdag gelanceerd vanaf de ruimtebasis Bajkonoer in Kazachstan. Het vaartuig heeft bijna drie ton aan voedsel, water, zuurstof, brandstof, materialen en wetenschappelijke experimenten aan boord. Het is de eerste levering sinds Kuipers vorige maand zelf de ruimte in ging.

De aankoppeling is een precisiewerk. Centimeter voor centimeter moet de Progress naar het ISS toe kruipen. Beide vaartuigen draaien dan bijna 400 kilometer boven de aarde, met een snelheid van ongeveer 27.600 kilometer per uur.

In principe gaat de aankoppeling op de automatische piloot. Kuipers kijkt toe en controleert. Als alles goed gaat, hoeft hij niet in actie te komen. Maar wanneer de aankoppeling dreigt mis te gaan, moet de Noord-Hollander ingrijpen en de besturing van de Progress overnemen.

Op de schouders van Kuipers rust een zware last. De meeste aankoppelingen verlopen vlekkeloos, maar als het toch misgaat kunnen de gevolgen bijzonder groot zijn. In 1997 botste een uit koers geraakt vrachtschip tegen het Russische ruimtestation Mir. Het vrachtschip sloeg een gat in de wand van het complex en vernielde de zonnepanelen. De bemanningsleden wisten door snel ingrijpen hun leven te redden. Het betekende het begin van het einde voor de Mir. Rusland trok zijn geld uit het project en in 2001 verging het ruimtestation in de dampkring.

De komende maanden moet Kuipers nog zeker twee vrachtschepen binnenloodsen. Die gaan in maart en april naar het ISS. Volgende maand zou Kuipers de eerste commerciële vlucht naar het ISS loodsen, de onbemande Dragon van een Amerikaans bedrijf, maar die is voor onbepaalde tijd uitgesteld.