Buitenland

Schuldenlast blijft arme Tanzanianen drukken

De voordelen van de verlichting van de Tanzaniaanse schuldenlast sijpelen niet door tot de armste groepen in de samenleving.

IPS
10 January 2002 11:47Gewijzigd op 13 November 2020 23:21

Volgens een studie van de Tanzaniaanse Sociaal-Economische Trust (Tasoet), de Coalitie tegen Schulden en voor Ontwikkeling, Jubilee Ierland en Oxfam Ierland hebben de veelgeprezen sociale fondsen in het kader van het HIPC- initiatief voor de landen met de hoogste schuldenlast niet geleid tot een betere sociale dienstverlening voor de 34 miljoen Tanzanianen.

Ondanks het geld dat het HIPC-initiatief ter beschikking heeft gesteld, heeft Tanzania volgens Francis Lemoine van het Europese antischuldennetwerk Eurodad vrijwel niet geïnvesteerd in onderwijs, gezondheidszorg en plattelandsontwikkeling. „Ik betwijfel of de regering in staat zal zijn deze uitgaven, die niet rechtstreeks productief zijn, voldoende te verhogen en tegelijk de nodige investeringen te doen om een economische groei te garanderen”, aldus Lemoine. Michael O’Brien van Oxfam Ierland stelt dat het HIPC-initiatief er in tegenstelling tot de vooropgestelde doelstellingen niet in geslaagd is de armoede terug te dringen, omdat het meer de economische herstructurering dan het openbaar welzijn bevordert.

De onderzoekers hebben vastgesteld dat het HIPC-geld in 1999-2000 maar voor 7,1 procent heeft bijgedragen tot de financiering van het PRSP-programma voor armoedebestrijding. De rest moest Tanzania zelf betalen. Zelfs met inbegrip van de HIPC-middelen en de hulp van buitenlandse donoren kampt de regering met een ernstig financieringstekort, dat de financiering van het PRSP-programma in het gedrang zal brengen.

Ron Brigish, directeur voor Tanzania bij de Wereldbank, noemt deze beweringen veel te pessimistisch. „Het PRSP kent wel degelijk meer geld toe aan de sociale sector, maar we kunnen niet verwachten dat we daar meteen de resultaten van zien”, zegt hij. „Bovendien vallen de hervormingen van het budget en van de sociale sector samen met een decentralisering. Het is dan ook logisch dat het wat langer duurt voor de extra middelen op macroniveau leiden tot een betere dienstverlening op het plaatselijke vlak.”

Gezien de huidige en verwachte groei van het bruto binnenlands product (bbp) moet Tanzania volgens Brigish in staat zijn de schulddienst te beëindigen en de schuldenlast onder controle te houden. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is het Tanzaniaanse bbp in 2000 en 2001 met 4,9 procent gestegen, ondanks de negatieve gevolgen van de lagere grondstoffenprijzen en verminderde inkomsten uit het toerisme. Volgens het IMF is de inflatie gedaald van 7 procent in 1999 tot 5 procent in 2000. Tanzania komt in aanmerking voor 3 miljard dollar schuldverlichting via het HIPC-initiatief. Volgens de Wereldbank en het IMF zou de huidige totale Tanzaniaanse buitenlandse schuld van ongeveer 6 miljard dollar met ongeveer 54 procent kunnen dalen.

Maar Francis Lemoine wijst erop dat die optimistische retoriek geen rekening houdt met het feit dat de ontwikkeling van Tanzania beperkt is gebleven tot een aantal sectoren, zoals de mijnbouw, en dat die ontwikkeling niet echt de armoede heeft kunnen terugdringen. Tanzania blijft een van de armste landen ter wereld. De economie is sterk afhankelijk van de landbouw, die goed is voor de helft van het bbp, 85 procent van de uitvoer en 82 procent van de werkgelegenheid. Volgens Lemoine is de armoede gestegen van 48 procent in 1991-1992 tot 56 procent in 2000, precies tengevolge van het beleid dat IMF en Wereldbank hebben voorgeschreven. „Die stijging is deels te wijten aan economische beleidskeuzes zoals het invoeren van schoolgeld voor de basisschool of het gebrek aan aandacht voor de landbouw.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer