Ds. Van Loon: Onthouding is voor homo de meest Bijbelse weg
Bewogenheid met christelijke homo’s bracht ds. Maarten van Loon tot een studie van Romeinen 1. „Ik zie de worsteling van velen met de vraag of ze op grond van de Bijbel een relatie mogen aangaan met iemand van hetzelfde geslacht.”
De predikant, die vorig jaar zijn opleiding aan de Theologische Universiteit Kampen afrondde, koos homoseksuele relaties als onderwerp voor zijn afstudeerscriptie. Door middel van een studie van Romeinen 1:26 en 27, waar de apostel Paulus spreekt over homoseksualiteit, probeerde hij antwoord te geven op de vraag welke ruimte de Bijbel biedt aan een homoseksuele relatie.
Dat er naar aanleiding van zijn studie vandaag van zijn hand een boek verscheen voor een breed publiek én een congres wordt gehouden, illustreert volgens ds. Van Loon hoezeer het thema binnen de kerken de aandacht heeft. „We kunnen het ons als christenen niet veroorloven om hier niet diepgaand over na te denken. De maatschappij kijkt mee met wat er in de kerk gebeurt. Maar ook onder christenen merk je dat er verschillen zijn in standpunten en in keuzes in de praktijk.”
Is er nog geen studie van Romeinen 1 die homoseksualiteit als onderwerp heeft?
„Er is internationaal veel geschreven over homoseksualiteit, maar een Bijbels-exegetisch boek uit gereformeerde hoek dat Romeinen 1:26b en 27a centraal stelt, is er bij mijn weten niet in het Nederlands.”
Wat wilt u toevoegen aan bestaande publicaties?
„Het gaat meer om het combineren van zaken. Bovendien zijn er de laatste decennia nieuwe inzichten op het gebied van de Schriftuitleg. Die heb ik willen wegen in relatie tot Romeinen 1. Het kan bijvoorbeeld zijn dat bepaalde voorschriften in het Nieuwe Testament betrekking hebben op de tijd en cultuur van toen. Dan moet je terug naar het achterliggende principe en dat vertalen naar vandaag. En dus niet de voorschriften letterlijk overpoten.
Wat voor het Nederlandse taalgebied nieuw is, is dat ik in kaart breng hoe het er in Rome aan toe ging voor wat betreft de homoseksuele praxis. Men had naar mijn indruk enig besef van wat we nu geaardheid noemen.”
Wist ook Paulus daarvan?
„We kunnen aannemen dat Paulus vrij goed op de hoogte was van wat er speelde in de samenleving. Minder duidelijk is hoe hij en zijn tijdgenoten met dit gegeven omgingen – gesteld dat het inderdaad bekend was.”
Hoe is er door de eeuwen heen omgegaan met de uitleg van Romeinen 1?
„Ik heb veel commentaren gelezen. Dan zie je grote verschillen. Calvijn zegt wel iets over homoseksualiteit, maar kort en veroordelend. Karl Barth zegt er nog minder over. Pas vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw wordt er meer ingegaan op het thema. Dat hangt samen met de vragen van de tijd.”
Hoe gaat u om met Bijbelcommentaren die Romeinen 1 niet zozeer zien als Gods Woord, maar als een boek vol theologische opvattingen van Paulus?
„Mensen met wie je theologisch gezien niet mee kunt gaan, stellen soms heel goede vragen die Bijbelgetrouwe gereformeerden over het hoofd zien. Zulke vragen houden je scherp. Je moet er ook op ingaan om een serieuze gesprekspartner te zijn in deze netelige kwestie.”
Welke invloed heeft onze cultuur op de manier waarop we met dit Bijbelhoofdstuk omgaan?
„Een grote invloed, maar interessant is of de vragen uit onze tijd en cultuur terecht zijn. Toch zie ik over het algemeen niet dat theologen zich in allerlei bochten wringen om de uitleg van Romeinen 1 aanvaardbaar te maken voor de seculiere wereld van nu. Ikzelf heb dat ook niet gedaan. Paulus is in zijn tijd en context duidelijk. Het spannende punt zit ’m meer in hoe je de lijn van Paulus doortrekt naar vandaag.
De apostel is in Romeinen 1 niet bezig met een ethische verhandeling over seksualiteit of homoseksualiteit. Hij is veel meer bezig om te laten zien dat mensen zich van God hebben afgekeerd en de oorzaak-gevolgrelatie daarin. Dan kun je je afvragen: wat is de achterliggende hoofdboodschap over homoseksualiteit?
Een rechtstreeks verbod daarop kun je niet lezen in Romeinen 1. Maar impliciet valt het er wel uit af te leiden. In het gedeelte van vers 18 tot 32 komt drie keer het patroon voor van het dienen van afgoden, waarom God diegenen overgeeft. Dus: Paulus plaatst homoseksuele activiteit nadrukkelijk in het kader van zonde. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat iedere homo aan dat patroon van afgoden dienen voldoet. Dat zou heel onjuist zijn.”
Diverse gereformeerde theologen veroordelen seksuele relaties tussen homo’s, maar laten voorzichtig ruimte voor een samenleven van homo’s die zich onthouden van seksueel verkeer. Is dat op grond van Romeinen 1 een mogelijkheid?
„Ik kom tot een voorkeursoptie bij de uitleg van Romeinen 1. Die is: als homo leven in seksuele onthouding. Wat ik het overwegen waard vind, is het samenleven met een duidelijke belofte van onthouding. Ik besef wel dat je je dan in een grijs gebied begeeft, maar ik denk dat de Schrift vooral spreekt over seksuele activiteit. Hoever vriendschappen mogen gaan, is een terrein dat nader bekeken moet worden.”
Op het grondvlak van de kerk lijken sommigen een stap verder te gaan.
„Dat zie ik ook en ik begrijp het. Als het je grote levensvraag is of je een relatie mag hebben als homo en je bent zover gekomen, dan zie ik vaak dat velen daar vanuit de Bijbel over hebben nagedacht. Dat gebeurt zelden schouderophalend. Vaak heeft men dit voor de Heere neergelegd. Toch kom ik tot de conclusie dat de Bijbel dit lijkt te verbieden, al blijf ik met de vraag zitten waarom dit verboden wordt.”
Betekent dit dat je tegen homo’s moet zeggen: Jouw relatie moet ik op grond van de Bijbel afkeuren?
„Je moet met elkaar een gesprek bij een open Bijbel kunnen voeren. Met ruimte om in alle fijngevoeligheid te kunnen zeggen dat de Bijbel homoseksuele relaties niet goedkeurt. Van belang is om dat goed te beargumenteren. Dat geldt natuurlijk ook in het omgekeerde geval. Daarom heb ik deze studie ondernomen.”
”In liefde en trouw? Een studie naar homoseksuele relaties in de christelijke gemeente vanuit Romeinen 1”, door Maarten van Loon; uitg. Vuurbaak, Barneveld, 2012; ISBN 978 90 5560 466 1; 132 blz.; € 17,90.
Symposium Theologische Universiteit
Het symposium over homorelaties vrijdag aan de Theologische Universiteit Kampen, de predikantenopleiding van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV), komt op een moment dat het onderwerp volop in de belangstelling staat.
Tijdens het congres spreken prof. dr. Ad de Bruijne, dr. Ad van der Dussen, prof. dr. Ruard Ganzevoort, prof. dr. Gerrit Glas, dr. Peter van de Kamp, dr. Maarten van Loon en prof. mr. Fokko Oldenhuis.
Doel van het symposium is volgens organisator prof. De Bruijne om „maximaal in gesprek te gaan” met elkaar. Dat is de reden dat diverse externe deskundigen het woord voeren. Ook zijn er besloten discussiesessies.
Het symposium komt eerder aan het slot dan aan het begin van een denkproces, dat in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt al decennia in beslag neemt.
Voormannen als de ethicus prof. dr. J. Douma publiceren sinds het begin van de jaren 70 van de vorige eeuw over het onderwerp. Prof. Douma introduceert het onderscheid tussen homofilie als geaardheid en homoseksualiteit als seksueel verkeer tussen twee personen van hetzelfde geslacht.
Hoewel hij geen ruimte ziet voor homoseksuele relaties meent hij dat de kerk een warm thuis moet bieden aan homo’s en mildheid moet betrachten. Het homofiel-zijn zonder in de praxis te vallen, betekent in veel gevallen een inwendige strijd, aldus prof. Douma.
Volgens prof. Douma is „respect, en niet veroordeling”, op zijn plaats als iemand kampt met „een diep gewortelde aanleg die de homofiel zijn leven lang zal blijven kenmerken.” Ook maakt hij onderscheid tussen seksualiteit en erotiek. „Niet alles wat mooi is in de aantrekking van de seksen, wordt lelijk als homofielen elkaar bewonderen en liefhebben.”
De opvolger van prof. Douma aan de TU Kampen, prof. De Bruijne, volgt in grote lijnen de redeneertrant van zijn voorganger. Hij houdt vast aan Bijbelteksten die geen ruimte laten voor een seksuele relatie tussen homo’s. Anderzijds ziet hij ruimte voor het samenwonen van homo’s in een niet-seksuele relatie. Die ruimte ziet ook prof. Douma overigens in ”Hoe gaan wij verder?” (1991).
Ondertussen is er beweging op het grondvlak van de kerk. De kerkenraad van de gkv in Almelo besluit in 2003 geen tuchtmaatregelen te nemen tegen een samenwonend homopaar. Diverse kerkelijke vergaderingen buigen zich hierover. Uiteindelijk besluit de generale synode van het kerkverband dat de kerkenraad van Almelo het „samenwonen van homofiele broeders en zusters die een affectieve relatie met elkaar hebben onder de belofte van uitsluiting van seksuele omgang” dient af te wijzen, maar dat het behoort tot de „pastorale ruimte” van de kerkenraad om te beoordelen of deze afwijzing gepaard moet gaan met de kerkelijke tucht.
Maarten van Loon
Ds. M. van Loon (42) is sinds vorig jaar predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Dalfsen-Oost.
De theoloog, die aanvankelijk werkzaam was als wetenschapper en zich specialiseerde in luchtverontreiniging, volgde op latere leeftijd de opleiding tot predikant aan de Theologische Universiteit Kampen.
Voor zijn afstudeerscriptie bestudeerde hij Romeinen 1:26b en 27a, waarin de apostel Paulus spreekt over homoseksualiteit. De scriptie werkte hij om tot een boek voor een breed publiek.