Betrekkingen tussen Israël en EU verbeteren
„Wij in Israël voelen dat er een nieuwe en warmere wind waait vanaf de noordelijke kust van de Middellandse Zee.” Dat zei minister Silvan Shalom (Buitenlandse Zaken) maandag in een toespraak tot de Raad van Ministers van de Europese Unie. Het was de eerste keer dat een Israëlische minister tot de vertegenwoordigers van de 25 landen van een vergroot Europa sprak. Hij typeerde het als een „historische gebeurtenis”, en dat niet geheel ten onrechte.
Europese politici en diplomaten doen hun best om de betrekkingen met Israël te verbeteren. Drie jaar geleden verkoelden de banden tussen Europa en de Joodse natie, omdat Europa het oneens was met de wijze waarop Israël op de al-Aqsa Intifada reageerde.
Op het ogenblik laten diverse Europese landen afzonderlijk aan Israël merken dat het tijd wordt de relaties op te vijzelen.
De meest opvallende verklaring kwam van de Italiaanse premier Silvio Berlusconi. Hij vertelde Shalom op 11 juli dat hij de 25 ambassadeurs van de Europese Unie voorgesteld heeft dat Israël zich bij de Europese Unie voegt. Volgens hem was geen van de ambassadeurs op die bijeenkomst tegen zijn idee. Hoewel de toetreding nu nog geen optie is, blijkt uit de uitspraak dat de Italiaanse premier warme gevoelens heeft voor Israël. Een Israëlische functionaris die betrokken is bij de betrekkingen met Europa, zegt dat zijn land positieve verklaringen ontving van een aantal Europese landen afzonderlijk. Dat zijn Groot-Brittannië, Duitsland, Griekenland, Spanje, Italië en „op een speciale manier” ook Frankrijk. Frankrijk is van plan veel aandacht te gaan besteden aan de culturele relaties tussen beide landen.
De dooi in de betrekkingen heeft volgens de Israëlische bron verschillende oorzaken. Na 11 september 2001 zijn de Europeanen zich meer bewust geworden van het gevaar van terrorisme. De Europeanen hebben ook een negatief beeld van de Palestijnse leider Yasser Arafat. Vóór de al-Aqsa Intifada, die 33 maanden geleden uitbrak, bestond er een tendens de Palestijnse leider zonder meer te geloven. Nu er in de Palestijnse premier Mahmud Abbas een politiek alternatief bestaat, zeggen Europese politici in privé-gesprekken zeer negatieve dingen over Arafat.
In Europa bestaat inmiddels meer begrip voor de Israëlische bezorgdheid over terrorisme. Door recente uitspraken van Israëls premier Ariel Sharon konden de betrekkingen ook verbeteren. Sharon verklaarde verschillende keren akkoord te gaan met een Palestijnse staat en hij nam zelfs de term „bezetting” in de mond.
Hij accepteerde het nieuwe vredesplan -de zogenaamde routekaart- dat voorziet in een Palestijnse staat naast Israël in het jaar 2005.
De topconferentie in Aqaba op 4 juni droeg ook bij tot de verbetering van de relaties. De Amerikaanse president George Bush nodigde voor deze bijeenkomst, waarbij de partijen de zogenaamde routekaart officieel accepteerden, de Europeanen niet uit.
De Europeanen, die graag een rol willen spelen in het vredesproces in het Midden-Oosten, zijn bang dat ze buiten de boot vallen door een te negatieve houding tegenover Israël aan te nemen. Volgens de Israëlische functionaris hebben de Europeanen echter nog niet duidelijk verwoord welke rol zij zouden willen spelen. Maar de Europese Unie kan in elk geval op economisch gebied van belang zijn.
Shalom zei maandag dat de officiële Palestijnse sociale dienstverlening geholpen moet worden, om de wind uit de zeilen te nemen van de extremistische organisaties, die de armen ook helpen. Ook op multilateraal niveau zijn er positieve ontwikkelingen. Op 10 juni tekenden de Griekse minister voor Ontwikkeling, Apostolos-Athanasios Tsochatzopoulos, namens de Europese Commissie en minister Eliëzer Zandberg (Wetenschappen) voor Israël het Zesde Raamwerkprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling. Israël is het enige niet-Europese land dat volledig meedoet aan programma’s die de wetenschappelijke samenwerking op het gebied van natuurkundig en biologisch onderzoek moeten bevorderen.
Door de uitbreiding van de Unie met tien nieuwe staten volgend jaar, ontstaan nieuwe buurlanden. Voor de betrekkingen met deze buren is het zogeheten Breder Europa-concept opgezet. Daarbij wil Europa een speciale relatie opbouwen met een aantal naties in Oost-Europa en rondom de Middellandse Zee.
De relatie moet de vrije beweging van personen, goederen, diensten en kapitaal bevorderen. Naar verwachting zullen in het najaar de besprekingen tussen Israël en de Europese Unie over de invulling van het Brede Europa beginnen.
Maar Israël en Europa blijven het ook op bepaalde gebieden oneens. Ze verschillen van mening over de vraag hoe ze met Yasser Arafat om moeten gaan. De officiële Israëlische politiek is dat Arafat moet worden genegeerd. „Wij geloven dat Arafat een zeer negatieve rol speelt”, zegt een Israëlische diplomaat. „Hij ondermijnt constant de regering van Abbas. Hij bestuurt de terreurgroepen en hij geeft hen tegengestelde instructies.”
Shalom zei deze week dat Arafat niet in staat is zich te bevrijden van de „terroristische mindset.” Europese diplomaten echter zeggen dat Arafat, die door de Palestijnen in januari 1996 tot leider van de Palestijnse Autoriteit is gekozen, een belangrijk nationaal symbool vormt. Ze blijven hem bezoeken in Ramallah en vertellen hem dat hij het gezag van Abbas niet moet ondermijnen. Het bezoek aan Arafat zou een formaliteit betreffen; de wezenlijke besprekingen vinden plaats met Abbas.
Israël is echter van mening dat zolang de Europeanen Arafat blijven respecteren door hem te bezoeken, de kans blijft bestaan dat hij een comeback maakt als leider.
Arafat is volgens Jeruzalem niet geschikt om leiding te geven aan het Palestijnse volk, vanwege zijn steun aan terreurgroepen. De Europese Unie en Israël zijn het er echter wel over eens dat het gezag van de Palestijnse regering van Abbas bevorderd moet worden.
Een ander punt van verschil is de houding tegenover de Hamas. Israël zou graag zien dat de Unie de islamitische verzetsbeweging tot terreurorganisatie verklaarde. Europese politici zeggen dat Hamas ook een organisatie is die sociale diensten verleent aan een verpauperd Palestijns volk.
Daarom heeft de EU alleen de Izzadin al-Qassam, de militaire arm van de Hamas, tot verboden groep verklaard. Israël echter zegt dat de sociale en de militaire tak moeilijk te scheiden zijn. Zo is er maar één hoofd, sjeik Achmed Yassin.
Europa en Israël denken verder verschillend over de exportbepalingen van producten van de Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Voor Israël zijn dat Israëlische producten, die dus vallen onder de vrijhandelsbepalingen tussen Israël en de Europese Unie.
Europa vindt echter dat deze producten niet uit Israël komen. De Europeanen dreigden al invoerrechten te heffen. Israël zegt dat de producten uit de Westoever en uit de Gazastrook niet apart gelabeld kunnen worden. Alle uitvoer naar Europa zou volgens Jeruzalem moeten vallen onder de bepalingen waarvoor de Europese Unie, Israël en de Palestijnse Autoriteit al tekenden.