Nieuw CDA-motto roept weerstand op bij leden
DEN HAAG – Compassie. Dat moet het nieuwe kernwoord van het CDA worden. Tenminste als het aan de commissie-Geel ligt. Maar nog voordat de commissie haar nieuwe motto presenteert, ligt er al een protestbrief van 22 leden.
Zaterdag zet een speciaal CDA-congres de eerste stappen op het pad van de partijvernieuwing. Drie werkgroepen presenteren hun voorstellen. Daarna is de partij zelf aan het woord. Zij moet in juni de knopen doorhakken.
Na de dramatisch verlopen Tweede Kamerverkiezingen van juni 2010 besloot de partij drie commissies aan het werk te zetten. De eerste commissie houdt zich bezig met de vertaling van de christendemocratische uitgangspunten. Deze staat onder leiding van theologe en tv-presentatrice Jacobine Geel, die overigens zelf geen CDA-lid is.
Een tweede commissie bekijkt welke thema’s het CDA in de komende tien à vijftien jaar op de politieke agenda moet krijgen en hoe de partij daarin moet staan. Deze commissie ”strategisch beleid” staat onder leiding van oud-minister Aart-Jan de Geus. Een derde commissie bekijkt hoe de partijorganisatie anders moet.
De commissie-Geel stelt voor dat het begrip ”compassie” leidend moet zijn. De partij moet „met passie en bewogenheid” te werk gaan. Dat stelde ze in oktober vorig jaar voor. In het laatste nummer van Christen Democratische Verkenningen herhaalt ze dat. Zaterdag is de presentatie.
Een groep van 22 behoudende CDA-leden is al in de pen geklommen. Volgens de briefschrijvers is ”compassie” een onhandige term en drijft deze „een wig” in het CDA.
De 22 leden vragen zich af wat de verkiezingsnederlaag te maken heeft met de uitgangspunten. In 2006 werd de partij met dezelfde uitgangspunten nog de grootste. „Het valt zeer te betwijfelen of de bestaande uitgangspunten –solidariteit, gerechtigheid, rentmeesterschap en gespreide verantwoordelijkheid– werkelijk ‘flets’ zijn geworden”, stellen ze. „Niet de grondtonen waren de afgelopen jaren het probleem, maar het gebrek aan durf van CDA-politici om beleidskeuzes openlijk vanuit die uitgangspunten te beargumenteren.”
De belangrijkste zorg van de 22 leden is de introductie van het begrip ”compassie”. Ze leggen de term uit als „medelijden.” Dit begrip zal leden en kiezers van het CDA vervreemden. „Het woord roept bij velen vooral linkse nieuwe beelden op.” Compassie is „een splijtzwam.” Bovendien zal de term als een boemerang terugslaan op het CDA als de partij pijnlijke maatregelen moet nemen: „Jullie waren toch de partij van de compassie?”
De groep vindt dat ”compassie” zich richt op de zwakte van mensen in plaats van de persoonlijke verantwoordelijkheid waarop de overheid burgers met hun verbanden kan aanspreken: „Dat laatste heeft het CDA altijd gevonden. Daarmee kunnen we concluderen dat deze term haaks staat op dat, waar het CDA als politieke partij voor staat. Compassie is een prachtige levenshouding voor CDA’ers. Maar het CDA als politieke vereniging kan de term beter snel vergeten.”