Fraga wordt vaak afgeschilderd als een rechtse relikwie uit de dagen van generaal Francisco Franco, die van 1939 tot 1975 aan de macht was. Fraga stond als minister van Informatie en Toerisme aan de wieg van het massatoerisme naar Spanje. Ook stelde hij zeer strenge censuurregels op.

Na de dood van Franco speelde Fraga echter een belangrijke rol tijdens de overgang van het autoritaire naar het democratische bestel. Hij werd minister van ’Gobernación’ (regeringsminister) en richtte de partij Alianza Popular (AP) op, die later werd omgedoopt tot de Volkspartij (PP). Uiteindelijk leverde die partij in 1996 de premier, José Mar¡a Aznar, na een overwinning op de socialisten.

Na zijn tijd in de landelijke politiek werd Fraga president van de regionale regering in Galicië, de streek waar hij - net als Franco - vandaan kwam. Tot september zat hij in de Senaat als afgevaardigde de noordwestelijke regio.

Fraga stond bekend om zijn politiek incorrecte uitspraken. Zo zei hij eens over vrouwen dat het moederschap hun „glorieuze lot” was. Elders zei hij: „Uiteindelijk zijn we allemaal gemaakt van vlees, maar bij sommige meisjes zit het op de ene plek, en bij andere meisjes op een andere plek.” Ook grapte hij een keer dat hij Fidel Castro had kunnen zijn, omdat de ouders van de Cubaanse leider uit Galicië kwamen.