Terreur doet verslaggeving Haïti stilvallen
Onafhankelijke Haïtiaanse journalisten kunnen niet meer naar behoren werken door de aanslagen en bedreigingen die ze de afgelopen maanden hebben moeten verduren.
De terreur, die alle nieuwsredacties van onafhankelijke media heeft ondergedompeld in een sfeer van onzekerheid en angst, is het werk van groepen die aanleunen tegen de regering en Lavalas, de politieke beweging van president Jean Bertrand Aristide. Volgens de Vereniging van Haïtiaanse Journalisten (AJH) zijn de laatste weken zeker twaalf journalisten met hun gezin naar de VS of naar Frankrijk gevlucht. Sommige radio’s brengen helemaal geen nieuwsuitzendingen meer uit vrees voor represailles.
De animositeit tegenover journalisten is sterk toegenomen sinds de moord op radiojournalist Brignol Lindor op 3 december. Lindor, een medewerker van de privé-zender Echo 2000 in Petit Goave, werd aangevallen met machetes en stenen. Kort daarna dreigden groepen uit de achterban van president Jean Bertrand Aristide radiozenders in Port-au-Prince en in Cap-Haitien in brand te steken. Verscheidene medewerkers van radiostations kregen telefonische bedreigingen; op sommige plaatsen werden journalisten gedwongen ”Lang leve Aristide” te roepen.
Volgens Patrick Moussignac, de directeur van de populaire zender Caraibes uit de hoofdstad Port-au-Prince, zorgen ook de journalisten die willen blijven werken ervoor dat ze de nodige visa hebben klaarliggen om zich snel uit de voeten te kunnen maken als de situatie nog erger wordt. De kantoren van Caraibes werden op 17 december met stenen bekogeld. Twee journalisten van de zender hebben het land inmiddels verlaten, maar de zender wil deze week toch opnieuw met nieuwsverslaggeving beginnen.
„Verslaggevers worden steeds banger om eropuit te trekken om reportages te maken”, zegt Moussignac. „Ze vrezen op de ”chimera” te stuiten, een burgermilitie die volledige straffeloosheid geniet.” Andere journalisten raken gewoon gefrustreerd als ze hun karige loon vergelijken met wat ongeletterde landgenoten met allerlei corrupte praktijken opstrijken.
Ook Herold Jean François, de voorzitter van de Nationale Vereniging van Haïtiaanse Media, stelt vast dat „journalisten bepaalde onderwerpen beginnen te vermijden.” Verontrustend vindt hij dat veel jonge reporters de media opeens vaarwel zeggen. Sommige redacties komen daardoor al in moeilijkheden. Volgens François hebben de hoogste regeringskringen de hand in de campagne tegen de pers. Guy Delva, de secretaris-generaal van de Vereniging van Haïtiaanse Journalisten, gelooft dat veel bedreigingen van soldaten of officieren van het leger stammen.
De recente verzekering van president Jean Bertrand Aristide dat hij de persvrijheid zal blijven verdedigen, hebben de gemoederen op de redacties niet echt tot bedaren gebracht. Tegenover die officiële verklaringen staat immers de situatie in Petit Goave, de plaats waar Brignol Lindor werd vermoord. „De mensen die van die aanslag beschuldigd worden, lopen nog steeds vrij rond. Er zijn geen journalisten meer - ze zijn allemaal weggetrokken”, zegt een technicus van Radio Echo 2000.
Na de begrafenis van Lindor werd het radiostation gesloten. Zelfs de familie van Lindor is ondergedoken. Er gaan geruchten dat ambtenaren geprobeerd hebben het stilzwijgen van de familie te kopen. Dumerzier Bellande, de vertegenwoordiger van de openbaar aanklager in Petit Goave, zegt dat hij een aanhoudingsbevel heeft uitgevaardigd tegen de vermoedelijke moordenaars van Lindor, maar dat de politie niet in actie is gekomen.
Ook het officiële onderzoek naar de moord op de bekende mediacommentator Jean Leopold Dominique in april 2000 schiet maar niet op. De Senaat weigert de onschendbaarheid op te heffen van senator Dany Toussaint, die in de zaak ondervraagd zou moeten worden. Het mandaat van onderzoeksrechter Claudy Gassant is op 3 januari afgelopen, maar minister van Justitie Louis Gary Lissade stelt dat het alleen aan president Aristide toekomt om het mandaat te verlengen.