Léon Berben met Kunst der Fuge
”Die Kunst der Fuge” is een van de ingewikkeldste werken die Bach heeft nagelaten.
Het is gebaseerd op een plechtig thema dat wordt uitgewekt in vier canons en veertien fuga’s, die, naarmate het werk vordert, steeds levendiger en ingewikkelder worden; zodat tegen het einde de thema’s en hun tegenthema’s, omkeringen en spiegelingen, in vergrotingen en verkleiningen door elkaar heen draaien als de draden van een kunstig geweven stof.
Jarenlang is ”De fugakunst” beschouwd als een staalboek waarin Bach laat zien wat je allemaal met een fuga kunt doen. In 1927 is het werk echter georkestreerd en in de Thomaskerk in Leipzig uitgevoerd. Sindsdien spreekt het tot veler verbeelding en wordt het op allerlei instrumenten ten gehore gebracht, variërend van orgel en klavecimbel, via blokfluit-, strijk-, hout- en koperblazersensemble, tot accordeon, gitaren, saxofoons, harmonium, én piano natuurlijk.
Onlangs verscheen een cd waarop de uit Limburg afkomstige Léon Berben dit werk uitvoert op het Wagnerorgel (1744) van de Mariakerk in Angermünde. Op dit instrument, met zijn stevige, ietwat dikke en hese klank, komt Bachs muziek prima tot haar recht. Wel is het vreemd dat van de fuga’s 12 en 13 de omkeringen eerder zijn te horen dan hun origineel. Maar de canons en vooral de beweeglijke fuga’s 4, 5, 7, 9 en 13 klinken er prachtig.
Toch klinkt dit werk aantrekkelijker als het niet door één, maar door meer muzikanten wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld houtblazers. Wanneer die hun partij met dynamiek ten gehore brengen, krijgen de draden meer profiel, worden de kleuren sprekender en wordt de stof soepeler. Dan komen Bachs ingewikkelde weefsels beter tot leven.
Die Kunst der Fuge – Johann Sebastian Bach – Léon Berben, organ; RAMÉE (RAM 1106); € 19,-; bestellen: www.outhere-music.com
Léon Berben, orgel
Léon Berben, orgel
Léon Berben, orgel