Zo zei CDA’er Eddy van Hijum donderdag „aarzelingen” te hebben, nadat minister Henk Kamp (Sociale Zaken) had gemeld dat hij nog zit te puzzelen op kabinetsplannen voor uitbreiding van tijdelijke contracten. Minister Maxime Verhagen (Economische Zaken) kondigde in september vorig jaar deze plannen aan.

Het kabinet wil toestaan dat werknemers na een tijdelijk dienstverband bij dezelfde werkgever nog eens in een flexcontract van bijvoorbeeld 7 of 10 jaar gaan werken. Nu ontstaat vanzelf een vast dienstverband als bij dezelfde werkgever langer dan 3 jaar wordt gewerkt in verschillende tijdelijke contracten met tussenpozen die korter dan 3 maanden duren.

PvdA, PVV en SP zijn tegen de verruiming. CDA, D66 en GroenLinks willen wel praten over de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Maar volgens Van Hijum en zijn GroenLinks-collega Jesse Klaver moeten daarbij voldoende „nieuwe zekerheden” worden geboden aan werknemers. Zij stellen dat bijvoorbeeld scholing de positie van flexkrachten op de arbeidsmarkt kan versterken.

Van Hijum wil voorkomen dat „de tweedeling op de arbeidsmarkt verder verdiept” tussen vaste krachten en mensen die afhankelijk zijn van onzeker tijdelijk werk. VVD-Kamerlid Malik Azmani zegt over de kritiek op de kabinetsplannen dat een lang tijdelijk contract altijd beter is dan kortdurend flexwerk.

Klaver wijst er op dat tijdelijke krachten niet alleen onzekerheid in het werk kennen, maar net zo goed op de woningmarkt. Voor hem is ook van belang in hoeverre iemand met een langer flexcontract meer kans maakt op een hypotheek voor het kopen van een huis. Op initiatief van GroenLinks houdt de Kamer binnenkort nog een hoorzitting over het toenemend aantal flexwerkers op de arbeidsmarkt.