Buitenland

Interne verdeeldheid Syrië neemt hand over hand toe

DAMASCUS – In Syrië neemt de interne verdeeldheid hand over hand toe. Een uiteenvallen van het land langs sektarische scheidslijnen is niet langer uit te sluiten.

12 January 2012 11:11Gewijzigd op 14 November 2020 18:39
Pro-Assadbijeenkomst in Damascus. Foto EPA
Pro-Assadbijeenkomst in Damascus. Foto EPA

Een kleine 100 kilometer ten noorden van Damascus ligt tussen de steden Hama en Homs het schilderachtige Qara. Het plaatsje is in de christelijke wereld van het Midden-Oosten vermaard vanwege het klooster van Mar Jacub (heilige Jakobus), dat zijn oorsprong vindt tot in de zesde eeuw. De alom gerespecteerde zuster Agnes van het Kruis is moeder-overste.

Zuster Agnes stuurde afgelopen Kerst een brandbrief naar alle vrienden en weldoeners van het klooster, met daarin een schreeuw om hulp. Zij bezocht de belegerde christelijke gemeenschap in Homs en beschrijft haar ervaringen. „Ik was ten diepste geschokt door de tragedie die de burgers in Homs heeft getroffen. Het centrum van Homs is het terrein geworden van tot op heden niet-geïdentificeerde bendes, die hun eigen wetten hebben ingesteld. Arbeiders zijn het doelwit geworden van terroristische acties, die beogen het sociale leven totaal te verlammen. De gevolgen zijn huiveringwekkend: onschuldige mensen worden gekidnapt of hun kelen doorgesneden. Mensen worden gedwongen thuis te blijven en trachten te overleven zonder werk. Armoede doet zich voelen en er is een tekort aan alles.”

Zuster Agnes geeft aan dat zich thans dezelfde situatie voordoet in Qara: „Wie zich na 18.00 uur op straat begeeft, is zijn leven niet zeker.” Ze beschrijft hoe een week eerder vijf vrachtwagens met dertig onbekende mannen in Qara arriveerden, die totaal ongestraft de straten begonnen op te breken, telefoonkabels vernielden en vervolgens huishielden in het plaatselijke schooltje.

Recentelijk besprak ik met enkele vrienden deze brandbrief van zuster Agnes, waarbij me nogmaals duidelijk werd hoe Syrië steeds sneller uit elkaar valt langs sektarische lijnen. Deze vrienden waren allen soennieten. Ze bezwoeren mij dat er in Homs geen enkele gewapende opstandeling te bekennen is en dat ik vooral de leugens van de Syrische president niet moest geloven. Op mijn vraag of zuster Agnes dan liegt, volgde een ongemakkelijk stilzwijgen.

In het heterogene Syrië is de kans reëel aanwezig dat, net als in Jemen, de val van het regime zal leiden tot het uiteenvallen van Syrië in regio’s, gedefinieerd langs religieuze scheidslijnen.

Zelf woon ik in een overwegend soennitische wijk in de hoofdstad Damascus. Enkele dagen geleden werd er door twee buurtbewoners op mijn deur geklopt. De situatie in Homs is dramatisch en de wijk was een inzameling begonnen met de bedoeling een vracht­wagen, volgeladen met de meest elementaire benodigdheden, „naar onze broeders in Homs te sturen.” Uiteraard waren deze broeders uitsluitend medesoennieten, zoals ook andere groepen begonnen zijn hulpgoederen naar hún broeders te sturen. In heel het Midden-Oosten lopen de sektarische spanningen momenteel snel op, en de crisis in Syrië fungeert hierbij in zekere zin als centrifugaal punt.

Het Westen heeft er te weinig oog voor dat deze crisis in buurlanden van Syrië, zoals Irak en Libanon, vrijwel uitsluitend wordt geïnterpreteerd als een opstand van de soennieten tegen de (sjiitische) alevieten. Zoals er ook veel te weinig aandacht wordt besteed aan de verderfelijke invloed van religieuze haat­predikers, onder wie de in Saudi-Arabië verbijvende beruchte Adnan al-Arur.

Er is in Damascus een buurt die ”wijk 86” wordt genoemd en die vooral bewoond wordt door alevieten. Vlak voor Nieuwjaar liet Adnan al-Arur via een Arabische satellietzender weten „dat er een cadeautje op weg was naar de alevieten van wijk 86”, waarbij niemand eraan twijfelt dat hij doelde op een auto volgeladen met explosieven. Sindsdien leven de bewoners van wijk 86 in angst en hebben ze comités opgericht die dag en nacht alle auto’s inspecteren.

Het onderstreept dat de crisis, met alle angst en onzekerheid die ermee gepaard gaat, ook de Syrische hoofdstad Damascus bereikt heeft, waar men tot voor kort nog kon veinzen dat het leven van alledag volstrekt normaal was. De dubbele 
zelfmoordaanslagen op 
23 december en 6 januari maakten aan deze illusie echter met een wrede klap een einde en brachten tegelijkertijd de polarisatie aan de oppervlakte die onderhuids smeulde. De inwoners van de Syrische hoofdstad staan namelijk lijnrecht tegenover elkaar wat betreft hun oordeel over de daders van deze aanslagen, waarbij de ene groep de oppositie beschuldigt, terwijl de tegenpartij het regime zelf verantwoordelijk houdt.

De aanslagen van 23 december en 6 januari hadden twee gemeenschappelijke elementen. Allereerst vonden ze beide plaats in de vroege uren van de vrijdagmorgen, de officiële vrije dag in Syrië, wat lijkt te suggereren dat de daders geprobeerd hebben burgerslachtoffers zo veel mogelijk te vermijden. Ten tweede waren beide aanslagen gericht tegen regeringsgebouwen, met de klaarblijkelijke bedoeling een zo groot mogelijk aantal soldaten en politie­agenten te doden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer