Door de aankoop vergroot de bank zijn aandeel op de vastgoedmarkt in de Randstad, een regio waar de Rabo zich wil versterken. „FGH heeft een sterke positie in West–Nederland. Zij bedienen een markt waar wij nog niet zo sterk zitten", aldus H. ten Cate, directielid van de Rabobank.

Rabobank haalt met de overname ook meer kennis over de vastgoedmarkt in huis. „We zitten diep in het onroerend goed, maar hebben niet echt een expertisecentrum. Dat is wel handig in moeilijke tijden", stelde Ten Cate. Hij ontdekte dat de kennis over vastgoed bij zijn bedrijf te veel verbrokkeld is, toen de bank vastgoedfonds Uni–Invest vorig jaar hielp om zijn beursnotering te schrappen. De Rabobank overweegt om de vastgoedexpertise, die onder meer te vinden is bij de dochters Interpolis en Lage Landen, binnen de nieuwe onderneming te bundelen.

Met de FGH onder haar vleugels wil de bank mee optrekken met de concurrenten ING en ABN Amro. ING blaast onder eigen naam stevig in de bus op de vastgoedmarkt. ABN Amro is eigenaar van het Bouwfonds. De Rabobank meent dat het met de nieuwe aanwinst „dezelfde, of zelfs een grotere, slagkracht moet hebben als de concurrentie". FGH is naar eigen zeggen een van de drie belangrijkste vastgoedfinanciers in Nederland.

De nieuwe dochter zal onder eigen merknaam blijven opereren. De geplande overname heeft geen gevolgen voor het personeelsbestand van de vastgoedbank. FGH heeft 145 mensen in dienst, verspreid over acht vestigingen. De bank behaalde in 2002 een nettowinst van 36 miljoen euro en had eind dat jaar een kredietportefeuille van 4,7 miljard euro. „We staan er goed voor", aldus FGH–directielid P. Keur.

Rabobank verwacht FGH dit najaar definitief in te lijven. De Nederlanders hebben dinsdagavond een voorovereenkomst gesloten met HVB. De Duitse bank wil haar vastgoedpoot afzonderlijk naar de beurs brengen. Pas als HVB de vastgoedtak heeft losgekoppeld van het bedrijf, kan Rabo de overname doorzetten. HVB wil de Nederlandse dochteronderneming niet mee op de beurs hebben, omdat het Duitse vastgoedfonds zich op het dure marktsegment zal richten. FGH opereert vooral in de middenmoot van de vastgoedmarkt.

FGH Bank is voortgekomen uit de Friesch–Groningsche Hypotheekbank uit 1890. In het begin was de bank voornamelijk in het noorden van Nederland actief als hypotheekverstrekker van boeren. In de loop van de vorige eeuw groeide FGH na een fusie met een hypotheekbank en diverse overnames uit tot een landelijke bank.

In 1987 kwam de FGH in handen van verzekeringsconcern Aegon. Dat verkocht FGH in 1998 voor 700 miljoen gulden (315 miljoen euro) aan de Duitse Bayerische Vereinsbank, een voorloper van de in 1998 ontstane fusiebank HypoVereinsbank. Dat is naar eigen zeggen de op twee na grootste bank van Duitsland.