Buitenland

ETA weer in actie tegen toerisme

Met bomaanslagen op toeristische centra in twee Spaanse badplaatsen plaatst de Baskische afscheidingsbeweging ETA zich weer eens in het middelpunt van de belangstelling. Helemaal onverwacht komen de acties niet, want de ETA draagt de heilige oorlog tegen de „fascistische” Spaanse staat nog altijd hoog in het vaandel.

Marie van Beijnum
23 July 2003 11:04Gewijzigd op 14 November 2020 00:27

Met name sinds de jaren zeventig voeren de Baskische separatisten hun gewapende strijd tegen Madrid op verschillende fronten. Politieagenten, militairen en rechters alsmede de kantoren van de twee grootste politieke partjien in Spanje vormen vaak het doelwit van de ETA, terwijl ze het in de zomermaanden steevast heeft gemunt op toeristische plaatsen. Wie het zwartboek van de ETA openslaat ziet ze staan: een aaneenrijging van aanslagen en pogingen daartoe. Al dan niet afgewisseld met spectaculaire daden, die meestal weer net op tijd kunnen worden voorkomen, zoals het opblazen van de spoorrails van de hogesnelheidstrein tijdens een Europese top in Madrid of het snode voornemen in 1999 om de Picassotoren, het hoogste gebouw van Madrid, met de grond gelijk te maken.

Eind december vorig jaar kondigde de ETA weer haar bijna gebruikelijke acties aan in Spaanse vakantieoorden. Het is elk jaar een kwestie van afwachten. Ook eerdere jaren plaatste de ETA bommen in strandhotels - vorig jaar bezweek een Spaans meisje ten gevolge van een ETA-aanslag in Santa Pola.

De Baskische beweging wil met geweld tegen toeristen het vakantieseizoen verstoren omdat het een heel belangrijke inkomstenbron voor de gehate Spaanse staat is. De toeristische sector was in 2001 namelijk goed voor ongeveer 36,7 miljard euro. Ook het bedrijfsleven is niet veilig. Met name bedrijven en middenstanders in Baskenland moeten een revolutionaire belasting betalen - vergelijkbaar met de belastingen die de maffia in het zuiden van Italië aan de bevolking oplegt. De marxistisch-leninistisch geörienteerde ETA heeft het toch al niet zo op het bedrijfsleven. Wie niet meewerkt, loopt kans ontvoerd te worden of erger.

De ETA (Euzkadi Ta Askatasuna) streeft sinds haar oprichting onverminderd naar een onafhankelijk Baskenland in zeven regio’s in Noord-Spanje en het zuidwesten van Frankrijk. De beweging zag het licht in de jaren zestig, toen Spanje nog door generaal Franco werd geregeerd. De Baskische taal en cultuur werden onderdrukt en Baskische nationalisten verdwenen achter de tralies. Maar dit veranderde na de dood van Franco in 1975. Baskenland kreeg een steeds grotere mate van autonomie en het ideaal van de separatisten werd haast een anachronisme.

De circa 2 miljoen Basken hebben nu onder meer hun eigen politie, mogen zelf belasting heffen en hebben een parlement. Voor de harde kern van de ETA was dit echter niet genoeg en zij zette de strijd voort. De strijd van de ETA kostte meer dan 840 mensen het leven.

De laatste tijd staat de groep in toenemende mate onder zware druk. Spanje en Frankrijk pakken steeds meer aanhangers op en ontmantelen wapenarsenalen. Zondag nog arresteerde zelfs de Mexicaanse politie negen verdachten van een vanuit Mexico opererende ETA-cel - Mexico is een gewild toevluchtsoord voor ETA-leden. Het is terecht dat Madrid waarschuwt voor zelfgenoegzaamheid en een laconieke houding. De ETA komt steeds meer geïsoleerd te staan en is juist daarom nog steeds in staat hard toe te slaan, zo bleek gisteren.

In Baskenland zelf is het enthousiasme voor de ETA flink gedaald. Naar schatting 10 procent van de 2 miljoen inwoners van Baskenland ondersteunt de gewapende strijd voor een eigen staat of keurt het geweld als middel niet uitdrukkelijk af. De regerende nationalisten van de PNV willen niet meer onderhandelen met de ETA. De PNV heeft lange tijd gepoogd door contacten met de extremistische ETA het geweld van deze terreurgroep te bezweren. De van oorsprong uiterst rechtse PNV, opgericht in 1895, wijst geweld af, maar wil uiteindelijk Baskenland via de stembus losweken van Spanje. In 1998 sloot de PNV een overeenkomst met de ETA, waarbij de ETA een opzienbarend en veelbelovend staakt-het-vuren afkondigde. Maar na zestien maanden begon de ETA weer met het plegen van aanslagen.

De Baskische minister van Binnenlandse Zaken, Javier Balza, verklaarde vorige week dat het terrorisme van de ETA niet via onderhandelingen kan worden gestopt. Hij stelde dat de justitie met de ETA moet afrekenen. Balza’s uitlatingen begraven definitief de PNV-politiek van toenadering tot en dialoog met de ETA na decennia. „We hebben al meer dan voldoende dialoog met de ETA gehad en we hoeven ze niet meer te spreken”, aldus Balza.

Wel zal de Baskische regering blijven praten met de ETA om te proberen een oplossing te zoeken voor de circa 500 gevangenzittende ETA-activisten, van wie de ETA wil dat zij allen naar Baskische cellen worden overgeplaatst. De politieke arm van de ETA werd al eerder door het hooggerechtshof verboden.

De conservatieve Partido Popular van de Spaanse premier, José Maria Aznar, vecht keihard tegen de Baskische separatisten en heeft sinds de aanslagen van 11 september in de Verenigde Staten de wind mee - zeker sinds de ”etarra’s” op de internationale lijst van terreurgroepen zijn geplaatst. De vakantiegangers blijven intussen naar Spanje stromen. In 2002 bezochten 48,7 miljoen buitenlandse toeristen het Zuid-Europese land.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer