Buitenland

Chinese partij spant Westen voor haar ideologische karretje

GRONINGEN/APELDOORN – De Chinese samenleving en de belevingswereld van haar bevolking dichterbij brengen. De veelzijdigheid van de Chinese cultuur laten zien. Ziehier enkele wervende zinnen waarmee het Confucius Instituut in Groningen (GCI) zich op zijn website presenteert.

3 January 2012 12:17Gewijzigd op 14 November 2020 18:30
Hu Jintao. Foto EPA
Hu Jintao. Foto EPA

De Chinese president Hu Jintao plaatste het Chinese cultuurbeleid gisteren in een grimmiger daglicht. Hij had het over „vijandige machten” die proberen het land te verwesterlijken en pleitte ervoor dat China meer zijn best gaat doen om zijn culturele invloed in andere landen te versterken. Volgens Hu is immers het ideologische en culturele terrein het belangrijkste doelwit van die vijandige internationale machten.

Al langer is bekend dat de 346 Confucius Instituten in de wereld een cruciale rol spelen bij dit cultuuroffensief van Peking. Twee maanden geleden deed de Duitse sinoloog dr. Jorg Rudolph een boekje open over die verworteling van de Confucius Instituten in het zenuwcentrum van de Chinese Communistische Partij. Dat is des te bedenkelijker, aldus Rudolph, omdat vrijwel alle instituten zijn verbonden aan universiteiten. In Nederland zijn dat die van Leiden en Groningen.

In een wat hij noemt een „geheim document” van het centraal comité van de partij, dat ging over de speerpunten voor propaganda-activiteiten in het buitenland in 2011, werden de Confucius Instituten nadrukkelijk als middel genoemd. Ze zijn zonneklaar instrumenten van de propaganda van de Chinese Communistische Partij.

Voor het oor klinken de doelstellingen tamelijk onschuldig: het buitenland moet meehelpen de Chinese cultuur en de opbouw van een „harmonieuze wereld” te bevorderen, maar de concrete invulling van die cultuur en die harmonie is exclusief aan de partijleiding in Peking voorbehouden. De gebezigde termen in het document wijzen op een organisatie met een cultuur van bevelen en gehoorzamen, van strategieën en offensieven.

Het commandocentrum in Peking staat bekend onder de term Han Ban en bestuursvoorzitter is sinds jaar en dag Liu Yandong. Zij is tevens een van de vijf leden van de oppermachtige staatsraad, en lid van het politbureau van het centraal comité van de partij. Liu was meer dan tien jaar hoofd van de afdeling van het centraal comité voor het eenheidsfront, dat als taak heeft mensen in binnen- buitenland te werven die de politieke doelen van de partij helpen bevorderen.

Volgens Xuefei Knoester-Cao, directeur van het Confucius Instituut in Groningen, betaalt Han Ban de helft van alle kosten en nemen de drie andere betrokkenen, de universiteit van Groningen, de gemeente Groningen en de Hogeschool Groningen, de andere helft voor hun rekening. Ze betalen dus mee aan de doelen die doorgewinterde censuurspecialisten hebben gesteld, concludeert Rudolph. Hoe vrij en onafhankelijk zijn de buitenlanders die zich bij de besluitvorming moeten laten leiden door een centraal geleide partij?

De relatie leidt in ieder geval af en toe tot bijzonder gênante situaties, weet Rudolph. Zo was Li Changchun keynotespeaker op de om de vijf jaar gehouden wereldtop van Confucius Instituten in Peking, in december 2010. Li kan volgens Rudolph gerust als dé man van de censuur in China worden gezien en bij uitstek verantwoordelijk voor de onderdrukking van de vrijheid van meningsuiting, van pers- en godsdienstvrijheid en wetenschappelijke vrijheid. Toch kreeg hij na zijn toespraak luid applaus van de aanwezige directeuren. Daarna vormden ze groepen om erover na te denken hoe ze de verspreiding van die unieke cultuur nog beter konden realiseren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer