Tijdens een vergadering van de EU-ministers van Landbouw stelden de bewindspersonen van Duitsland, Frankrijk, Italië en Oostenrijk de toenemende problemen voor de agrarische sector als gevolg van het uitblijven van regenval aan de orde. Europees commissaris Fischler ziet echter weinig ruimte voor een tegemoetkoming. „We zitten tegen de grens van de begroting aan en we hebben niet veel middelen in reserve om eventueel in te zetten”, benadrukte hij.

Tegelijk constateerde hij dat thans een grotere oppervlakte aan grond wordt getroffen door de droogte dan vorige zomer door de overstromingen. Naar aanleiding van laatstgenoemde gebeurtenis heeft de EU een ’rampenfonds’ gevormd, dat zo’n 1 miljard euro bevat, maar dat geld is vooral bedoeld voor het herstellen van de infrastructuur bij verwoestingen door natuurgeweld.

Overigens laat Brussel de lidstaten vrij om vanuit hun nationale budget boeren de helpende hand te bieden. De overheden moeten dan wel de concurrentieregels in acht nemen. Er mag geen sprake zijn van oneerlijke bevoordeling in een bepaald land.

Fischler staat ook toe percelen die verplicht zijn braak gelegd tijdelijk te gebruiken voor het verbouwen van voedergewassen. Hij is verder bereid de subsidies die de agrariërs toch al zouden krijgen een maand eerder uit te betalen.

Ondertussen houden financiële analisten in Europa er rekening mee dat de buitengewone weersomstandigheden zullen leiden tot hogere voedselprijzen en daarmee tot extra inflatie. In Duitsland steeg het gemiddelde prijspeil in juni op jaarbasis met 1,0 procent, tegen 0,7 procent in mei. Als verklaring voor die versnelling wordt onder andere verwezen naar de late vorst in de lente, die fataal uitpakte voor de oogst van sommige fruitsoorten. Boerenorganisaties bij onze oosterburen waarschuwen dat de huidige droogte het leven eveneens duurder zal maken.