Ds. L. J. Geluk: Verdeeldheid is een droef ding
De verscheurdheid van de kerk gaat hem zichtbaar aan het hart. Niet minder het feit dat de Hervormde Kerk als de historische vaderlandse kerk niet meer bestaat, maar voortleeft als een deel van de nieuw gestichte Protestantse Kerk in Nederland.
Ds. L. J. Geluk: „De verdeeldheid van het gereformeerd belijden is een droef ding.” Wat kerkelijke scheuringen betreft: „Men had en heeft doorgaans weinig besef van wat het kerk-zijn ten diepste inhoudt.”
Met ontroering denkt de predikant terug aan de gemeente Hoornaar, waar hij in oktober 1961 werd bevestigd tot predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk. Hoornaar, een dorp met maar één kerk, de dorpskerk. „Daar trof je nog echt de volkskerk aan. En als dominee was je overal welkom, ook bij die enkele gezinnen die zich kerkelijk elders hadden aangesloten.”
Heimwee naar wat geweest is?
„Bij vlagen, ja. Maar terugverlangen naar vroegere tijden heeft geen zin. We moeten realistisch blijven. Je kunt de klok nu eenmaal niet terugzetten. Maar sommige dingen waren vroeger wel aantrekkelijker dan nu. De volkskerk is, behalve op enkele plaatsen, voorbij.”
U was een halve eeuw predikant in een tijd van kerkelijke neergang. Wat doet dat met u?
„Vooropgesteld: het Woord van God is berekend op alle tijden, op ook op de 21e eeuw, ook al wordt er in Nederland elke week een kerk gesloten. Dat is zeer verontrustend, maar doordat een kerk haar deuren sluit, wordt het Woord niet van Zijn kracht beroofd.”
De schade van de ontkerkelijking is heel groot, vindt ds. Geluk. „Die is niet te berekenen, zó groot. Neem de teloorgang van het huwelijk. Kijk naar de honderdduizenden kinderen die opgroeien in gezinnen zonder vader en zonder enige kennis van de Bijbel. Zie de gezagsloosheid, de normloosheid, het onfatsoen op straat. Nederland heeft betere tijden gekend. Vaak ben ik bang dat er hier op den duur van het christendom weinig meer overblijft, dat Nederland straks terugkeert tot het heidendom, op enkele restanten na. Ik voorzie voor het christendom in Europa weinig toekomst, tenzij de Heere gaat werken, tenzij Christus spoedig terugkomt.”
Buiten Europa ziet ds. Geluk meer perspectief. „Elders neemt het aantal christenen snel toe. Velen in deze wereld zijn bereid om voor het Woord te lijden. Maar dat moet je wel buiten Nederland zoeken. Velen hebben er vervolging voor over. Dieptepunt is wel de situatie van de christenen in Noord-Korea. Dat is om stil van te worden, hoe die mensen daar het gewoon níét kunnen láten om ondanks alles christen te zijn en te blijven, wat er ook gebeurt.”
Ds. Geluk is een man van stijl. Hij houdt van kerkelijke manieren, van eerbied, van ontzag voor het hogere. „Stijl is echter niet iets van deze tijd. Dat blijkt ook uit een zekere rommeligheid in veel kerkdiensten. Kennelijk is er weinig notie van het feit dat Christus in de eredienst Zelf in Woord en sacrament aanwezig is. Misschien is ook hier de invloed van de evangelische beweging merkbaar, waar men een andere visie op de eredienst heeft.”
Geluk had vroeger dokter willen worden, maar hij had geen bèta-verstand. Toen dacht hij jurist te zullen worden. „Maar mijn hart werd geneigd tot het wondere ambt van predikant. Predikant-zijn is een hoge verplichting. Je voldoet nooit aan de norm. Wie zal het kunnen: het weergeven en het doorgeven van de woorden van God. Het vereist in elk geval een nauw leven met de Heere en een diepe verworteling in de Schriften. Het stelt je wel eens teleur, dat je als onvolmaakt mens nooit de volmaakte God zo kunt naspreken als je wel zou willen. Maar het kan ook geruststellen, dat de Heere wel weet wie wij zijn. Soms is het ook bemoedigend dat de preek is verstaan en ontvangen. En ik heb het ook wel meegemaakt dat bejaarde mensen vrijmoedigheid ontvingen om voor het eerst deel te nemen aan het heilig avondmaal. Dat is voor mij meerdere malen een bevestiging geweest dat de Heere me toch gebruiken wil.”
Kan er bij een predikantenjubileum in deze tijd sprake zijn van vreugde?
„Getemperde vreugde. Getemperd, omdat wij slechts mensen zijn. En toch vreugde, omdat God doorgaat met Zijn eigen werk. Hij heeft ons nog niet verlaten, Hij is niet veranderd, het heil ligt vast in Christus.”
U was acht jaar voorzitter van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Hoe ziet u de positie van de Bond binnen de kerk?
„Wat ik in die periode binnen de Gereformeerde Bond heb geprobeerd te doen, was beklemtonen dat het niet om een groep gaat, maar om de kerk in haar geheel. Ook bonders moeten kerkelijk denken. Dat is wel een spanningsveld, maar geen tegenstrijdigheid in zichzelf. Een bonder mag zich niet terugtrekken in zijn eigen reservaat.”
Wat verdroot u in 2011, en wat verblijdde u?
„Mij doet de afval die om zich heen grijpt verdriet, de inperking van de godsdienstvrijheid, de onverdraagzaamheid als het gaat om Bijbelse principes, denk aan de gewetensbezwaarde ambtenaar. En het is zo erg dat de kerk zwijgt in alle talen. Ik ben daar echt verontwaardigd over. De kerk zwijgt, terwijl er zo veel te spreken is. Dat komt omdat de kerk zo’n verdeeld huis is dat zij geen kracht heeft om haar stem te verheffen om nú te zeggen wat nodig is.
Wat verheugend dat de Heere desondanks doorgaat met Zijn Koninkrijk in Nederland, al is dat niet meer met velen.”
Geluk
L. J. Geluk (1936) groeide in Zeist op in een gezin dat behoorde tot de Gereformeerde Gemeenten. Tijdens zijn studententijd ging hij over naar de Nederlandse Hervormde Kerk. In oktober 1961 werd hij bevestigd tot hervormd predikant in Hoornaar. Later diende hij de gemeenten in Dirksland, Zwolle, Woerden en Rotterdam. Acht jaar was ds. Geluk voorzitter van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk. Ook maakte hij deel uit van het Contactorgaan voor de Gereformeerde Gezindte. Ds. Geluk is lid van het bestuur van de Stichting Vrienden van Dr. H. F. Kohlbrugge en voorzitter van het hoofdbestuur van de Vereniging Protestants Nederland.