Wetenschap & techniek

Blikjescamera legt weertypes 2011 kunstig vast

Een leeg bierblik, een stukje fotopapier en flink wat tape. Meer is niet nodig om de zonnebaan maandenlang vast te leggen. Ook handig: vrij uitzicht op het zuiden.

Janneke van Reenen
29 December 2011 12:25Gewijzigd op 14 November 2020 18:26
Een blikjescamera, stevig verankerd en met vrij uitzicht op het zuiden. De speld geeft de plaats van het gaatje aan. Foto Jan Koeman
Een blikjescamera, stevig verankerd en met vrij uitzicht op het zuiden. De speld geeft de plaats van het gaatje aan. Foto Jan Koeman

Dat gaan wij ook doen! denkt Jan Koeman, beroepsfotograaf en vrijwilliger van de Middelburgse volkssterrenwacht Philippus Lansbergen, als hij eind 2009 in het tijdschrift Fotografie een artikel leest over een blikjescamera. Met behulp van een eenvoudige, zelf in elkaar geknutselde camera is het mogelijk om de baan van de zon maandenlang vast te leggen op de fotografische plaat.

Het pad dat de zon aan de hemel aflegt, is immers geen dag hetzelfde. Rond 21 juni staat de zon aan het begin van de middag hoog in het zuiden, ruim 60 graden boven de horizon. Vlak voor Kerst staat hij op z’n laagst en klimt dan niet hoger dan een graad of 14.

De blikjescamera is in wezen een camera obscura, de voorloper van de moderne camera. Licht valt via een klein gaatje –dat als lens fungeert– op fotopapier dat in het blikje is aangebracht. Schijnt de zon, dan komt er een chemische reactie op gang en kleurt het laagje zilverbromide op de fotografische plaat zwart. Zonnestralen vallen nooit onder dezelfde hoek het gaatje binnen, dus steeds is een nieuw stukje fotopapier aan de beurt.

Na een korte proef in zijn achtertuin experimenteert Koeman –met het nodige historisch besef– in de tuin van het Zeeuws Archief in Middelburg. „De achttiende-eeuwse bewoner Johan van de Perre voerde in zijn tuin allerlei natuurkundige en astronomische experimenten uit, dus het leek me leuk om die historie weer tot levend te brengen.”

De proef levert een duidelijke opname op, met de Lange Jan als mooi detail op de achtergrond. Het experiment leert de fotograaf wat de juiste plek en de diameter van het gaatje zijn. Beide zijn bepalend voor de hoeveelheid zonlicht die op het fotopapier in het blikje valt. Hoe kleiner het gaatje, des te scherper de afbeelding. Met een eenvoudige kopspeld uit de naaidoos lukt het om een mooi gaatje met een diameter van een halve millimeter te maken.

Dan is de tijd rijp om bezoekers van de sterrenwacht met blikjescamera’s aan de slag te laten gaan. Belangstellenden kunnen eind 2010 voor 5 euro een kant-en-klaar blikje kopen en dit thuis stevig vast tapen met het gaatje richting het zuiden. Op de kortste dag moet het stukje tape dat het gaatje tot die tijd bedekt en het fotopapier beschermt, eraf. Rond 21 juni –na een belichtingstijd van zes maanden– plakken ze het blikje opnieuw af, maken het voorzichtig los en leveren het in bij de sterrenwacht. Daar maken vrijwilligers het blikje open en leggen het lichtgevoelige fotografische papier direct onder de scanner. Met behulp van een fotobewerkingsprogramma veranderen ze het negatief in een positief; een echte foto.

Het is op zich mogelijk om geïnteresseerden tijdens een workshop zelf een blikjescamera te laten maken, maar toch is besloten dit niet te doen. Koeman: „We hebben bij de sterrenwacht geen donkere kamer meer en het moet in absolute duisternis met een roodoranje lamp gebeuren. Het kleinste streepje licht doet fotopapier in de loop der maanden al zwart kleuren.”

Koeman verwacht niet dat de markt voor blikjescamera’s na een jaar verzadigd is. „Het afgelopen jaar hebben we circa 200 blikjes uitgezet. Ik ga ervan uit dat we ook nu rond de kortste dag weer veel blikjes verkopen. Vrijwel iedereen die in juni bij ons langskwam voor de eerste zonneblikjes-opname nam weer een of meer blikjes mee naar huis.”

Vrijdagavond waren deze kopers welkom op de sterrenwacht om de ”herfstblikjes” uit te laten pakken. Het resultaat is een strikt persoonlijke solargraph, die van maand tot maand weergeeft hoeveel zonlicht de achtertuin heeft bereikt. Voor Koeman zelf is het experiment zeker nog niet afgelopen. „Het is een fraaie mix van natuurkunde, scheikunde, astronomie, fotografie en kunst.”

www.lansbergen.net

www.solargraphy.com


Code van strepen en stippen

Een zonovergoten voorjaar en een sombere zomer, gevolgd door een zonnige herfst. Dat is kort gezegd het weer van het afgelopen jaar. De solargraph –letterlijk: schrijven met zonlicht– laat het zien. Tot op de dag nauwkeurig.

De foto links geeft de zon weer van de kortste tot de langste dag, grofweg de eerste zes maanden van 2011. De blikjescamera is geplaatst bij de woning van Jan Koeman, in het Zeeuwse Kloetinge. De lage zonnebanen aan de onderkant geven de winter weer. Ongeveer in het midden is een flink aantal dagen zichtbaar waarop de zon zich van opgang tot ondergang laat zien. Niet voor niets heeft 2011 de zonnigste lente in honderd jaar.

Dan volgt –richting de langste dag– een wekenlang patroon van strepen en stippen. Die halfbewolkte dagen tonen aan hoe nauwkeurig zo’n simpele camera is. Zonnebanen zijn per dag te onderscheiden. Bij meerdere zonovergoten dagen lopen de zonebaansporen wel in elkaar over.

De foto rechts toont een solargraph van de laatste zes maanden van het jaar – van langste tot kortste dag. Let daarop bij het interpreteren van de foto: begin bovenaan bij de zomer en daal via de herfst af naar 21 december. Op die dag verwijderde Koeman het blikje en legde het fotopapier onder de scanner.

Het bovenste gedeelte geeft weer dat de zon in juli en augustus weinig te zien was. Dan volgen een mooie nazomer en een zonovergoten herfst. Ook de winter kent nog heel wat zonnige dagen, al is het aantal zonuren per dag gering. De zon staat immers dicht bij de horizon en is elke dag maar een paar uur van de partij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer