Muziek

Opnameman Jaco van Houselt zoekt naar het muzikale karakter

Als mede-eigenaar van STH Records in Nijkerk staat Jaco van Houselt (27) al jong aan het roer van een grote speler op de christelijke muziekmarkt. „In het opnamewerk ben ik altijd op zoek naar het karakter van een musicus of een instrument.”

28 December 2011 09:54Gewijzigd op 14 November 2020 18:25
Jaco van Houselt. Foto RD, Anton Dommerholt.
Jaco van Houselt. Foto RD, Anton Dommerholt.

Cd-productie, mastering, montage, digital editing, microfoon­opstelling: de technische termen rollen over tafel. Jaco van Houselt uit Barendrecht had zelf tien jaar geleden niet kunnen denken dat hij nu hele dagen zou rondlopen in de wereld van cd-producties en audio-opnamen. „Het was de bedoeling dat ik voor de klas zou terechtkomen.”

Maar muziek speelt wel van jongs af een grote rol in zijn leven. „Mijn vader speelde orgel, m’n moeder luisterde veel naar klassieke muziek.” Ook Jaco zelf is als jochie bezig met muziek en geluid. „Ik was altijd in de weer met cassettebandjes.”

Vanaf z’n 8e krijgt Jaco orgelles, onder anderen van Pieter Faasse en Fokko Bennen. Op het Van Lodenstein College in Amersfoort ontdekt hij een nieuwe muzikale kant: het zingen. „Ik ging op het schoolkoor en wilde dolgraag op het kleinkoor. Dat mocht echter pas vanaf de tweede klas.” Hij noemt dirigent Cees het Jonk met ere. „Hij is er de oorzaak van dat ik ben gaan zingen. Hij zei ook algauw dat ik zangles moest gaan nemen, maar dat advies heb ik toen niet opgevolgd.”

Na havo 4 gaat Jaco naar het Hoornbeeck College voor de richting onderwijsassistent. Hier komt het zingen terug in de persoon van muziekdocent Loes van Schothorst. „Bij haar ben ik zangles gaan nemen.” Dat wordt een ontdekkingstocht. „Er sloot zich een wereld en er ging een wereld open. Ik moest heel veel afleren, bijvoorbeeld dat ik me aangewend had om zangers te imiteren met mijn stem. In het begin was het niet leuk, maar gaandeweg kreeg ik steeds meer plezier in het zingen van geestelijke maar juist ook klassieke muziek, van Schubert en Bach tot meer opera-achtige werken.”

Hij volgt na het Hoornbeeck de duale pabo-opleiding in Ede, en staat daarbij drie dagen in de week voor de klas in Nunspeet. „Heel vermoeiend, die combinatie.” Intussen zingt Van Houselt bij verschillende koren. Hij komt in contact met Marco den Toom, die in deeltijd als digital editor bij STH Records werkt. Van het een komt het ander: er komt een plekje vrij bij STH en Van Houselt gaat in 2004 als algemeen medewerker aan de slag bij het opnamebedrijf. Eerst parttime, in 2005 fulltime.

Algauw wordt hij achter de apparatuur gezet om opnames te monteren. „Ik had geen ervaring op technisch gebied, dus dat was best spannend. Maar het ging goed, dus ik kreeg steeds meer toegeschoven.” Zo wordt Van Houselt de man die –met anderen– de opnames verzorgt voor koren als Vox Jubilans en het Kamper mannenkoor DEV, voor organisten als Martin Zonnenberg en Marco den Toom, voor pianisten als Hendrik Jan van der Heiden en Gezinus Veldman, voor fluitisten als Marjolein de Wit en Kees Alers. Steeds vaker werkt Van Houselt ook opnames van anderen –onder wie de organisten Cor Ardesch, Bram Beekman en Hayo Boerema– af, de zogenaamde digital editing.

Sinds vorig jaar is hij samen met oprichter Dolph Thierry (64) eigenaar van STH; het is de bedoeling dat Van Houselt Thierry op termijn opvolgt.

Wat hem boeit in de opnamebranche? „Ik ben hele dagen bezig met muziek, én ik ben voortdurend in contact met mensen, met musici. Dat boeit me.” Het is niet alleen belangrijk dat een opnameman goede oren aan z’n hoofd heeft, zegt Van Houselt. „Belangrijker is misschien nog wel dat je aanvoelt wat een organist of dirigent wil. Muziek heeft alles te maken met emotie, muziek ís emotie. Die emotie moet je aanvoelen. Je moet zorgen dat je op dezelfde golflengte komt te zitten als de musicus in de kerk of naast je in de studio. Ze moeten je vertrouwen, zodat er een ontspannen sfeer ontstaat.”

Bij opnames moeten musici zichzelf geven en presteren. „Velen zijn dan onzeker, en vooral organisten zijn perfectionistisch. Dan is het zaak om niet te focussen op die paar foutjes; die kunnen we eruit halen. Het moet wel muzikaal blijven.” Hij noemt in dit verband de bekende opnameman Aad van der Waal uit Krimpen aan den IJssel. „Hij is voor mij een belangrijke leer­meester en stimulans geweest.”

Hoeveel tijd een opname in beslag neemt, hangt van verschillende factoren af. „Werk je met één organist, of met een koor van 120 leden en nog een aantal solisten? Soms zijn we een hele zaterdag bezig, een andere keer een avond en een nacht, of drie nachten achter elkaar.” Soms moet een stuk keer op keer over en gaan er zes versies mee naar de studio, waarvan met knippen en plakken –digital editing– één track wordt gemaakt. Sommige musici willen echter een stuk per se in één keer helemaal spelen. „Maar ook dan willen we minimaal twee keer het hele werk hebben. Zelfs de beste heeft momenten dat hij toch niet helemaal scherp is.”

Op de opnamelocatie gebeurt het uiteindelijk. „Daar, in de kerk, wordt de klank bepaald. Dat blijft een boeiend proces. De sfeer van een kerk, maar ook de luchtvochtig­heid. Zet je de microfoons vlak onder het orgel, of juist niet? Van Dolph, die een natuurkundige achtergrond heeft, heb ik veel geleerd over de klankeigenschappen van kerkruimtes. En: dat je altijd het eigen karakter naar boven moet zien te halen: van een koor, van een orgel, van een solist. Dat is het mooie van mijn vak.”

Op zijn eigen label brengt STH een bont palet aan cd’s uit. Wat is het STH-gezicht te midden van alle andere labels? „Wij hebben de opnamekwaliteit hoog in het vaandel staan en het open contact met de musici. Daarnaast zoeken we mensen die een verhaal te vertellen hebben. Dat kunnen professionals zijn, maar ook amateurs. Daarbij heb je per keer andere verwachtingen. Als een eenvoudig dorpskoor een cd wil maken, kijk en luister je daar anders naar dan wanneer je met een professionele fluitist een opname maakt.”

Op een speciaal label laat STH goede beroepsmusici aan het woord. Per jaar verschijnen er zo’n vier van de ongeveer vijftig cd’s onder het thema ”STH Quality Classics”. Recent voorbeeld is een opname van fluitiste Marjolein de Wit met pianist Jelger Blanken.

Hoe ziet Van Houselt de toekomst van de cd-branche? „Muziek zal altijd gemaakt blijven worden. En die muziek moet opgenomen worden. Ik geloof ook wel dat de cd zal blijven bestaan. Maar we zien natuurlijk dat de computer en de smartphone steeds belangrijker worden. Dat kun je als bedreiging beschouwen, maar ik ben een optimist en spreek daarom liever van uitdagingen. Ikzelf bedien thuis ook al vanaf m’n mobiele telefoon m’n installatie met muziek die ik van internet haal. Het nostalgische gevoel van met een cd-boekje in een hoekje zitten verlies je dan, ja. Maar tegelijk biedt internet ook heel veel nieuwe kansen, ook om de christelijke boodschap via muziek te verspreiden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer