Dat maakte het ministerie donderdag bekend.

De evaluatie stond pas voor augustus volgend jaar op de agenda wanneer de voetbalcompetitie alweer is begonnen. „Gelukkig komt de minister ons tegemoet”, aldus directeur betaald voetbal Van Oostveen gisteren.

De voetbalwet, waarmee burgemeesters hooligans een gebiedsverbod, een meldingsplicht of een groepsverbod kunnen opleggen, werd door de Tweede Kamer lang gezien als het ei van Columbus. In juli presenteerde de Inspectie voor de Openbare Orde en Veiligheid echter een alarmerend rapport over de beperkte toepassingsmogelijkheden van de wet.

Daaruit bleek onder meer dat rechters hoge eisen stellen aan de motivatie van burgemeesters voor gebiedsverboden rond bijvoorbeeld stadions. Zo moeten gemeenten kunnen aantonen dat de hooligan in kwestie bij herhaling een leidende rol speelde bij het verstoren van de openbare orde en dat er gegronde vrees bestaat voor herhaling.

Veel gemeenten vinden dat niet in verhouding staan tot het uiteindelijke effect, temeer daar een gebiedsverbod in beginsel maar voor drie maanden mag worden opgelegd.

De discussie over de voetbalwet door Tweede Kamerfracties kreeg een nieuwe impuls na recente ongeregeldheden rond voetbalwedstrijden in Utrecht op 4 december en, woensdag, in Amsterdam.