Geringe dreiging voor Nederlanders Zuid-Sudan
DEN HAAG (ANP) – De Nederlanders die zullen meedoen aan de nieuwe missie van de Verenigde Naties in Zuid-Sudan, lopen beperkt risico. De beveiliging door VN-troepen is volgens het kabinet voldoende.
Dat hebben de ministers Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken en Hans Hillen van Defensie donderdag aan de Tweede Kamer geschreven. Het overleg over de Nederlandse bijdrage aan de Unmiss-missie werd woensdag opgeschort, omdat volgens veel fracties nog te veel onduidelijk was over het doel en mandaat ervan, de beveiliging van de Nederlanders en de veiligheidssituatie in het land.
Nederland wil maximaal 30 mensen, onder wie 15 marechaussees en 4 civiele politiemedewerkers, aan de missie bijdragen om de Zuid-Sudanese politie bij te staan en te trainen. De VN heeft gezegd voldoende transportcapaciteit over de grond en via de lucht te hebben om de Nederlanders en ander personeel indien nodig te evacueren. De Nederlanders zullen ongewapend optreden en niet meedoen aan acties als Unmiss geweld moet gebruiken om de burgerbevolking te beschermen, aldus de ministers.
De kans bestaat dat Nederlanders in het gebied tropische ziekten oplopen. Unmiss heeft eigen medische faciliteiten en kan zieken en gewonden vervoeren. De Nederlanders krijgen extra medische middelen en verbindingsapparatuur. Om de risico’s verder te beperken, zullen ze bovendien niet worden geplaatst op bases die een gevaar voor de gezondheid opleveren vanwege de afgelegen ligging of de primitieve omstandigheden, zo heeft Nederland met de VN afgesproken.
Sinds de afscheiding van Zuid-Sudan op 9 juli is de veiligheidssituatie in het land instabiel gebleven, schrijven de ministers. Volgens hen zijn er geen aanwijzingen dat Unmiss het doelwit zou zijn van gewapende groeperingen in Zuid-Sudan.