Afname doopleden Gereformeerde Kerken in Zuid-Afrika
Het aantal doopleden van de Gereformeerde Kerken in Zuid-Afrika (GKSA) loopt drastisch terug. Dat schrijft ds. P. Coetzee (Potchefstroom) in het julinummer van ”Die Kerkblad”.
In 1953 telde de kerk op een totaal van 77.943 leden nog 31.979 doopleden (41 procent). Dertig jaar later, in 1983, bedroeg het aantal doopleden 38.912, op een totaal van 114.221 leden (34 procent). En op dit moment, zo blijkt uit de Almanak over 2003, heeft de GKSA nog 23.332 doopleden, op een totaal van 96.161 leden.
Ds. Coetzee vermeldt de cijfers in de rubriek Brandpunt in Die Kerkblad. „Laat my lammers wei - as daar lammers is!” schrijft hij erboven. „De opdracht van Christus is om zijn lammeren te weiden. Laten we de hand in eigen boezem steken en ons afvragen of kerkenraden er wel op toezien dat de predikanten hun belofte ten opzichte van de jeugdzorg nakomen, en of ze hen daarin met raad en daad ondersteunen. Ervaart de jeugd werkelijke belangstelling als de ouderling of predikant op huisbezoek komt, of in een ander contact? Wordt er een vertrouwensband opgebouwd, zodat jongeren met vrijmoedigheid naar de predikant of ouderling kunnen gaan? Is jeugdzorg nog een prioriteit op de kerkenraadstafels?”
De auteur verwijst naar een onderzoek dat in 2001 werd uitgevoerd onder de gereformeerde jeugd in de classis Potchefstroom en in 2002 in de classis Natal. De twee studies gaven „’n merkwaardig overeenstemmende resultaat” te zien waar het ging om de vraag met wie jongeren spreken over geloofszaken. „De uitslag was dat 42 procent eerder met hun moeder praat, 28 procent eerder met hun vader, 5 procent met een vreemde, 4 procent met de predikant en 3 procent met de ouderling.”
Het is „kommerwekkend”, aldus ds. Coetzee, dat gereformeerde jongeren nog eerder met een vreemde over deze zaken praten dan met een predikant of een ouderling. „We mogen ons afvragen of er in de toekomst nog wel lammeren zullen zijn om te weiden. Het is verontrustend dat de jeugd zo weinig vertrouwen heeft in predikanten of ouderlingen. Zelfonderzoek is hier dringend nodig, vooral ook als we kijken naar hoe kerkenraden reageren op uitnodigingen van bijvoorbeeld jeugdkampen of -reizen.”
Toch is het niet allemaal kommer en kwel, schrijft de predikant. „Anderzijds zijn er zo veel positieve getuigenissen van gelovigen die met hart en ziel de opdracht van de Here uitvoeren, dat we God wel mogen danken voor de prachtige gaven die Hij aan onze kerk schenkt. In dat opzicht zou ik de titel boven mijn artikel kunnen veranderen in: „Als er lammeren zijn (het maakt niet uit hoeveel), laten we hen dan weiden.”
Die Kerkbode, ambtelijk orgaan van de Nederduitse Gereformeerde Kerk (NG-Kerk) in Zuid-Afrika, maakt verder melding van een recente bijeenkomst in Pretoria van kerkleiders in Zuid-Afrika. Volgens het blad ging het om „die mees vertegenwoordigende kerkvergadering wat nog ooit op Suid-Afrikaanse bodem gehou is.” Duizenden personen uit alle sectoren van de samenleving en uit bijna alle denominaties namen deel aan de South African Christian Leadership Assembly (Sacla II), die tot 12 juli duurde. Zij spraken uit zich in te zullen zetten om de vele maatschappelijke en sociale problemen in het land te helpen oplossen.
Dr. Kobus Gerber, preses van de laatstgehouden synode van Noord-Transvaal, verklaarde tegenover Die Kerkbode dat Sacla II Zuid-Afrika wil helpen transformeren tot „het land dat het verondersteld wordt te zijn.” Sacla II wil de strijd aanbinden met aids, misdaad, armoede en werkloosheid, gezinsproblematiek, geweld, racisme en seksisme.
Het eerste Sacla-beraad werd gehouden in 1979, toen er in oecumenische kring sterke bedenkingen leefden tegen de politieke koers die de regering was ingeslagen. Aan dat beraad nam de NG-Kerk niet deel.