Senatoren van regeringspartijen CDA en VVD spraken hun steun uit, nadat De Krom toezegde dat hij nog met gemeenten gaat bekijken of werken meer lonend kan worden voor jongeren die inwonen bij hun ouders met een bijstandsuitkering. In november zeiden de partijen nog te vrezen dat de prikkel om te gaan werken bij deze jongeren wordt weggenomen als door hun inkomsten hun ouders niet meer in aanmerking komen voor bijstand.

VVD-senator Henk Beckers had gevraagd of starters op de arbeidsmarkt tot 27 jaar op dezelfde manier ontzien kunnen worden als De Krom doet bij volwassen kinderen die studeren of een opleiding volgen en inwonen bij hun ouders. Dat weigert de VVD-bewindsman. Hij wil alleen nog met gemeenten bespreken hoe werken aantrekkelijker kan voor de jongeren, maar dat mag niet ten koste gaan van geplande bezuinigingen.

De Krom denkt met de nieuwe inkomenstoets mensen in de bijstand juist meer te stimuleren om te gaan werken. Hij hoopt zo een stapeling van uitkeringen achter één voordeur tegengaan. „Waarom werken de ouders niet? Dat is de vraag. Ik draai het om”, zei hij.

Vanaf 1 januari wordt ook de toegang tot de bijstand aangescherpt voor jongeren tot 27 jaar die op zichzelf wonen. Verder kan een tegenprestatie worden gevraagd voor het ontvangen van de uitkering; bijvoorbeeld koffie schenken in een verzorgingshuis. Bovendien komt er een inkomensgrens van 110 procent van het minimumloon voor armoedebestrijding via de bijzondere bijstand.

Vorige week stemde de Senaat al in met het plan om komende jaren de hoogte van de bijstand te verlagen. Zo moet voorkomen worden dat de uitkering hoger uitvalt dan het inkomen van een werkende met minimumloon.