Goudse kerken helpen Voedselbank
GOUDA – De gereformeerde gemeente en de twee gereformeerde gemeenten in Nederland in Gouda sloegen zaterdag de handen ineen om de plaatselijke Voedselbank rond de kerstdagen aan een ruimer aanbod aan levensmiddelen te helpen. „Kleine moeite, grote bijdrage”, aldus initiator Kees Verdouw.
De Voedselbank Gouda ziet dit jaar een behoorlijke toename van het aantal huishoudens dat bij de Voedselbank pakketten komt halen. Waren er in oktober nog 250 huishoudens vaste klant, nu zijn dat er 275. Dat betekent dat zo’n 800 mensen van de voedselpakketten moeten leven. Slechts mensen die minder dan 175 en voor hun kinderen minder dan 50 euro per maand te besteden hebben voor het huishouden, mogen gebruikmaken van de faciliteiten van de Voedselbank.
Kees Verdouw trok zich het probleem al aan toen hij nog voor de SGP in de gemeenteraad zat. „Twee jaar geleden heb ik het idee om steun aan de Voedselbank te geven onder de aandacht op de ledenvergadering van onze gemeente aan het Stationsplein. Er werd positief op gereageerd.”
In Gouda werden zaterdag op diverse adressen spullen verzameld voor de Voedselbank, waarbij de kerken een substantiële bijdrage leverden.
Verdouw: „Vorig jaar hadden we met de twee gemeenten van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland samen zo’n 10 kubieke meter aan levensmiddelen staan, waardoor de Voedselbank in staat was om mensen het dubbele te geven van wat ze normaal kregen. Ook ondernemers sluiten zich aan: we kregen onder meer een pallet vol wasmiddelen. Dit jaar doet ook de gereformeerde gemeente mee. Het mooiste is dat je als kerkelijke gemeenten iets voor de maatschappij kunt doen.”
Een andere vrijwilliger, Koos van Nieuwkoop, vertelt in het vergaderlokaal aan het Stationsplein dat hij er graag zijn zaterdagmorgen voor opoffert. „Het is een vorm van christelijke naastenliefde. Er is behoefte aan „hele normale dingen, zoals rijst, koffie en thee. Het is toch heel wat als je deze dingen niet eens voldoende kunt kopen. Wíj leven vaak in overdaad.”
Verdouw en Van Nieuwkoop erkennen beiden dat het vrijwilligerswerk ook veel kan doen om de onderlinge band van de twee gemeenten uit hun eigen kerkverband te bevorderen. De twee gemeenten leefden zo’n 30 jaar gescheiden van elkaar en zijn sinds 2010 weer samengevoegd.
„Prima initiatief om dat zo samen te doen”, vindt ook Jacques Rozendaal, contactpersoon namens de gereformeerde gemeente. „Ondanks dat het bij ons pas afgelopen zondag is bekendgemaakt, komt er toch best het een en ander binnen. Onze kerkenraad wilde direct meedoen toen ik het ter sprake bracht.”
Diverse gemeenteleden komen op zaterdagochtend spullen brengen. Een van hen, Ineke van den Berg, vertelt dat ze het nieuws van de actie via de mail heeft verspreid onder alle bezoekers van de kerkbibliotheek. „Ik kreeg de mail nog vier keer terug, dus men was wel bereid om die door te sturen. Wat mij betreft mag zo’n actie meer dan één keer per jaar.”
Na haar komt iemand uit de plaatselijke Parousiagemeente, die, omdat hij wel eens een boek uit de bibliotheek leent, van de actie had gehoord. Hij laadt shampoo, een behoorlijk grote doos wasmiddel en een blik lasagne uit.
Anneleen Verhoeven, maatschappelijk werkster, zet twee tassen met spullen op tafel. „Zó uit m’n keukenkastjes geplukt”, vertelt ze. „Wij merken overigens duidelijk dat steeds meer mensen onder de armoedegrens leven. Dat zal nog wel erger worden als je bedenkt dat er meer werklozen komen en er in de sfeer van de ziektekostenvergoedingen van alles verandert. Goede actie. Van mij mag het vaker.”
Een andere bezoekster, mevrouw Hoogendoorn, hoort –als ze haar krat op tafel heeft gezet– dat er 800 mensen in Gouda door de Voedselbank worden onderhouden. Ze reageert spontaan met: „Dan doen we het nog een keer!”
De zussen Sjaan en Anneke Oosterom zijn verbaasd dat er zó dicht bij huis dergelijk leed bestaat. Sjaan: „Ik ben me erin gaan verdiepen toen ik van de actie hoorde, maar ik wist niet dat het in Gouda zo hard nodig was. Ik ben er eigenlijk best een beetje van geschrokken. Vanuit het werk dat mijn zus doet voor Oost-Europa, weet je dat er daar ook veel nodig is, maar zó dichtbij… dat doet je toch wel wat.”