Twintig jaar na Maastricht
De Europese regeringsleiders hebben afgesproken een nieuw verdrag te maken, bedoeld om de euro te redden. Het besluit viel precies twintig jaar na de top van Maastricht. Op de bijeenkomst van destijds kwam het verdrag tot stand om die eenheidsmunt in te voeren.
In de vroege uren van 9 december 2011, vorige week vrijdag, was er overeenstemming over de wijze waarop een aanscherping van de begrotingsdiscipline wordt vastgelegd. In 1991, eveneens op 9 december, bereikten de ministers van Financiën van wat toen nog heette de Europese Gemeenschap (EG), een akkoord over de spelregels voor de te vormen Economische en Monetaire Unie (EMU) en het daaraan verbonden gemeenschappelijk betaalmiddel. Voor Nederland zat Kok aan tafel. De politieke chefs zouden een dag later de plannen bezegelen.
De Britten zijn in Brussel afgehaakt. Premier Cameron houdt zich afzijdig van de onderhandelingen over wat de Duitsers aanduiden als een Fiskalunion. Hij zal straks niet zijn handtekening onder het verdrag plaatsen. Het Verenigd Koninkrijk manoeuvreert zich daarmee in een isolement binnen de EU. De overige lidstaten, ook Hongarije na enige aarzeling, zullen allemaal toetreden.
Niks nieuws onder de zon. Twee decennia geleden koos Groot-Brittannië ook al voor een uitzonderingspositie. Premier Major claimde en kreeg een zogeheten ”opt-out”, die het recht verschafte om niet mee te doen met de muntunie. Hij wenste niet te worden meegenomen in de richting van een federaal Europa.
Terug naar toen. Nederland was in de tweede helft van 1991 voorzitter van de EG. Het kabinet wees Maastricht aan als locatie voor de halfjaarlijkse top. De Limburgse hoofdstad mocht zich op 9 en 10 december het middelpunt van Europa wanen. De Gemeenschap omvatte pas twaalf landen. Premier Lubbers en zijn elf collega’s verbleven voor hun besprekingen in het provinciehuis aan de Maas ofwel het gouvernement, zoals ze het daar noemen.
Maastricht schreef met ‘zijn’ top geschiedenis op het vlak van de Europese integratie. De regeringsaanvoerders, met de Duitse bondkanselier Kohl en de Franse president Mitterrand voorop, legden er de basis voor de overstap van gulden, D-mark, frank en al die andere nationale geldsoorten naar de gezamenlijke euro.Zelfs koningin Beatrix leverde haar bijdrage. Zij ontving de deelnemers aan de vergadering in kasteel Neercanne voor een lunch. In een welkomstwoord schaarde zij zich „graag” achter de inzet van het beraad. Zij liet weten „geen bezwaar te maken wanneer ik mijn hoofd op onze munt zal moeten offeren voor een ecu.” Het begrip euro was nog niet uitgevonden, iedereen sprak in afwachting van de naamgeving van de beoogde valuta over de ecu.
Het ideaal van monetaire samensmelting bestond reeds lang. In 1970 vervaardigde een commissie onder leiding van de Luxemburgse premier Werner al een uitgebreid rapport erover. In 1988, toen het elan voor verdere eenwording na jaren van economische crisis en moeizame verhoudingen was opgebloeid, ging een andere werkgroep, onder aanvoering van voorzitter Delors van de Europese Commissie, aan de slag om een concreet stappenplan uit te werken. Drie jaar later lag er een ontwerpverdrag.
Er waren ook tegenstanders. Enkele dagen voor het overleg in Maastricht presenteerde ir. Van der Waal, Europarlementariër namens SGP, GPV en RPF, een nota. Hij erkende daarin dat de EMU economische voordelen zou kunnen brengen, maar wees de constructie toch van de hand, uit vrees voor een federaal Europa. „Daarin verliezen de lidstaten grotendeels hun zelfstandigheid en worden ze als het ware provincies van een grotere staatkundige eenheid. Vanuit onze visie hebben wij daar overwegende bezwaren tegen”, oordeelde Van der Waal. Het calvinisme heeft zijn sporen getrokken in de Nederlandse historie en dat doet ons hechten aan de soevereiniteit, luidde het standpunt van de drie christelijke partijen.
Het Verdrag van Maastricht. Anno 2011 blijkt het niet stevig genoeg om de muntunie overeind te houden. De komende maanden mogen de eurolanden proberen een nieuw fundament eronder te leggen. En ondertussen maar hopen dat bij de financiële markten het vertrouwen groeit dat het dan toch nog goed afloopt. Anders verbleekt na twintig jaar voor Maastricht de glans van de top en moeten we voortaan spreken van de geboortestad van een mislukt project.