„Waarde vastgoed Rijk onduidelijk”
DEN HAAG (ANP) – Ministeries weten vaak niet hoeveel hun vastgoed waard is. Ook wordt niet stelselmatig nagegaan of bepaald vastgoed overbodig is en verkocht kan worden. Daarmee laat de rijksoverheid kansen liggen om te besparen.
Dat stelt de Algemene Rekenkamer in het donderdag gepubliceerd onderzoek Vastgoed van het Rijk: volume en waarde.
Op de staatsbalans stond in 2010 een bedrag van 80 miljard euro aan vastgoed. Maar dat is „geen betrouwbaar beeld”, stelt de Rekenkamer. Ministeries weten wel wat de waarde van de bezittingen is op papier, maar hebben „nauwelijks zicht op de marktwaarde.”
Ministeries moeten het aan de minister van Financiën melden als ze panden bezitten die ze eigenlijk niet meer nodig hebben. Maar uitzoeken óf ze zulke panden hebben, hoeft niet. De prikkels zijn daarmee zwak, stelt de Rekenkamer.
De noodzaak om te inventariseren is alleen maar groter, zo stellen de onderzoekers, omdat dit kabinet plannen heeft om de rijksoverheid in te krimpen. Zo wordt de krijgsmacht kleiner en wordt de politie gereorganiseerd.
De Rekenkamer pleit ervoor dat bij elke reorganisatie gekeken wordt hoeveel vastgoed er is. En verder om de 4 jaar verplicht onderzoek.
Onder vastgoed vallen ook grond, water en infrastructuur. Volgens het Kadaster bezit het Rijk ruim 37 procent van al het vastgoed in Nederland. Wat al die bezittingen waard zijn, is onduidelijk.
Zo staan rivieren, het territoriale deel van de Noordzee en de Kroondomeinen niet op de staatsbalans. Ook wordt bijvoorbeeld de marktwaarde van het Torentje van de minister-president, de Tweede Kamer, ambassades en sommige paleizen niet meegerekend.
Minister Jan Kees de Jager van Financiën erkent in een reactie dat er verschillen bestaan in de cijfers. Hij wil die, samen met het Kadaster, op korte termijn wegwerken. Voortaan moeten alle ministeries een „strategie opstellen hoe met de vastgoedportefeuille om te gaan.”
Jaarlijks wordt zo’n 2 miljard euro uitgegeven aan het onderhoud van het vastgoed. Daar zijn ongeveer 3000 arbeidsplaatsen aan verbonden.