Justitie had Koetsjma aangeklaagd op basis van een oude geluidsopname. Daarin zouden Koetsjma en de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Joeri Kravtsjenko mogelijkheden bespreken om Gongadze uit de weg te ruimen. De opnames waren volgens de rechtbank illegaal verkregen en daarom niet te gebruiken als bewijsmateriaal tegen Koetsjma. Omdat er geen ander bewijs was, kan Koetsjma niet worden vervolgd, aldus de rechters.

Het OM beschuldigde Koetsjma van machtsmisbruik dat leidde tot de dood van Gongadze. Hij had een gevangenisstraf tussen de 5 en 12 jaar kunnen krijgen.

Gongadze, de oprichter van de krant Ukrainska Pravda (Oekraïense Waarheid), was een uitgesproken criticus van Koetsjma’s autoritaire regime. Hij werd eind 2000 ontvoerd en vermoord. Een oud-topambtenaar bekende vorig jaar de moord te hebben gepleegd. Hij zou de opdracht hebben gekregen van zijn baas, oud-minister Kravtsjenko. Die had in 2005 zelfmoord gepleegd.