Onderzoeker Pierre Piccinin: Arabische lente is een mythe
De Arabische lente is een mythe, zegt de Brusselse onderzoeker Pierre Piccinin. Hij bezocht de revolutielanden het afgelopen jaar verschillende keren en zag geen democratisering, maar islamisering. De grote kracht daarachter lijkt het golfstaatje Qatar.
Piccinin is er de man niet naar om enkel vanachter zijn bureau onderzoek te doen naar de verwikkelingen in de Arabische wereld. Het afgelopen jaar was hij verschillende malen in Tunesië, Libië, Egypte en Syrië, om met eigen ogen te zien wat er gebeurde. Erg optimistisch is hij van zijn reizen niet geworden. „Islamistische groeperingen nemen in rap tempo de macht over”, zegt hij. „In Egypte kon ik in verschillende restaurants al geen wijn meer krijgen, terwijl dat een halfjaar geleden nog geen probleem was.”
De Brusselse docent geschiedenis en politieke wetenschappen heeft moeite met de accolade die gemakkelijk om alle revoluties geplaatst wordt. „De term Arabische lente suggereert dat zich in alle Arabische landen een en dezelfde revolutie voltrekt, maar zo is het niet. In Egypte kun je volgens mij nauwelijks van een revolutie spreken. Mubarak is weg en de regering oogt nieuw, maar in feite is nog altijd dezelfde kliek aan de macht. Syrië en Libië zijn weer verhalen apart.”
In Egypte staan de moslimbroeders en de salafisten bij de verkiezingen op forse winst. Leuk of niet: dat lijkt toch een revolutionaire verandering.
„De moslimbroeders hebben het op een akkoordje gegooid met het leger. Dat had ook onder het regime van Mubarak een prominente rol, dus in feite verandert er niet zo veel. Vergeet niet dat het leger in Egypte nog altijd zeer gerespecteerd is.
Ik heb met de moslimbroeders gesproken en dan geven ze openlijk aan dat hun programma de islamisering van Egypte nastreeft: een alcoholverbod, hoofddoekjes, dat soort thema’s. Voor de rest zal er veel bij het oude blijven. Van de moslimbroeders hoef je geen sociale veranderingen te verwachten. Zij staan op economisch gebied veeleer een liberaal beleid voor. Ik verwacht ook dat ze het verdrag met Israël in stand zullen houden, dat is hun punt niet.”
De moslimbroeders zijn volgens veel analisten niet op één hoop te gooien. Er is ook een gematigde onderstroom.
„De moslimbroeders golden lange tijd als verzetsgroep tegen het regime en werden ook als zodanig bekeken. Er zullen best gematigde krachten in de broederschap te vinden zijn, maar feit is dat ik in Egypte nu al veranderingen opmerk. Ik zie bijvoorbeeld meer hoofddoekjes op straat. En het is geen geheim dat de broederschap de maatschappij wil islamiseren.”
Dat is wellicht niet het plaatje dat veel betogers voor ogen stond.
„Het probleem is dat die geen duidelijk programma hadden. De revolte in Egypte was een reactiebeweging, met als belangrijkste inzet de verdwijning van Mubarak. Maar wat dan? Er zijn wat poppetjes gewisseld, maar het politieke en economische model is onveranderd gebleven. In feite is de revolutie in Egypte dus gewoon mislukt.”
Bent u optimistischer gestemd over Tunesië, de bakermat van de revoluties?
„Ik denk dat de verkiezingen ordelijk zijn verlopen. Maar ook daar zal op economisch gebied weinig veranderen, verwacht ik. Bovendien zie ik in Tunesië eveneens toenemende islamisering. De Ennahdapartij werkt in het zuiden van het land al samen met de salafisten.”
Was u verbaasd over de uitslag van de verkiezingen in Tunesië?
„Ja, ik was zeer verbaasd. Ik had niet verwacht dat de (islamitische, MW) Ennahdapartij zo sterk zou worden. Ik ging ervan uit dat ze tussen de 25 en de 30 procent zou behalen, maar het is veel meer geworden.
De Ennahdapartij heeft in de aanloop naar de verkiezingen overigens een dubieuze rol gespeeld. Al ver voor de stembusgang deelden kandidaten van de partij op grote schaal voedsel en huishoudartikelen uit in de dorpen.
De grote vraag is waar Ennahda opeens al dat geld voor die cadeaus vandaan haalde. Als ik er in Tunesië naar vroeg, duikt de naam van Qatar op. Daarnaast heeft wellicht Saudi-Arabië bijgedragen. Misschien komt er zelfs geld uit de Verenigde Staten. Washington heeft goede contacten met de Ennahdapartij.”
Ennahda geldt als gematigd.
„Ja, Ennahda wordt vaak neergezet als een variant op de gematigde islamitische AK-partij in Turkije, maar die vergelijking klopt niet. De Tunesische partij is niet zo gematigd als het lijkt. Mijn grote vraag is ondertussen waar de goed opgeleide Facebookgeneratie in Tunesië is gebleven.”
Heeft u een idee?
„Ik weet het niet. Sommige Tunesiërs vertelden mij op Ennahda te hebben gestemd omdat ze een eerlijke regering wilden. Het islamitische karakter van de partij zou garant staan voor die eerlijkheid.”
Ziet u ook een proces van islamisering in Libië?
„Waarom moest de Nationale Overgangsraad (NCT) in Libië al vóór elke vorm van verkiezingen duidelijk maken dat de sharia de basis van alle wetgeving in het toekomstige Libië zou zijn?
Ik heb wel een idee. In augustus mocht ik als waarnemer een vergadering van de overgangsraad in Benghazi bijwonen, onder voorzitterschap van (NCT-voorzitter, MW) Jalil. Het was een dag voor de aanval op Tripoli en Jalil was compleet overstuur. Een colonne van 200 tot 300 islamisten rukte vanuit het niets op naar Tripoli. Die strijders waren zwaarbewapend door Qatar.
Over die opmars was geen enkel overleg geweest met Benghazi en niemand wist precies wat de militie van plan was. Toen is halsoverkop besloten de volgende dag naar Tripoli op te stomen. De overgangsraad had die operatie pas zo’n twee weken later op de rol staan.
In dat licht zie ik dus de vroege aankondiging dat de sharia de grond van de Libische wetgeving zal zijn. Dat was enkel bedoeld als signaal naar de islamistische groepen in Libië. Maar het komt feitelijk voort uit angst.”
Wat zijn uw verwachtingen voor Libië?
„In dat land is alles is tribaal, dat is het merg van de samenleving. Toch streeft de Nationale Overgangsraad niet naar een federale staat, maar naar een eenheidsstaat.
In oktober ben ik naar het zuiden van Libië gereisd, waar vanouds de Berbers wonen. In alle plaatsen heb ik gevraagd wie daar nu de scepter zwaait. Het bleek keer op keer iemand uit Benghazi te zijn, de bakermat van de overgangsregering. Dat is vragen om een burgeroorlog.
Ik geloof zelfs dat die in feite al is begonnen. Clan- en stamoudsten weigeren hun wapens in te leveren, om indien nodig hun positie te kunnen verdedigen. Met Libië gaat het echt verschrikkelijk.”
Piccinin laat op zijn laptop foto’s zien van zijn laatste reis naar Libië, eind oktober. „Kijk”, zegt hij, wijzend op een foto van een in puin geschoten stad. „Dit is Sirte.” Sirte heeft zwaar onder (NAVO-)vuur gelegen, omdat de Libische ex-leider Gaddafi zich daar tot het laatste moment verschanste.
Op een van de foto’s poseert een achtergebleven gezin voor het geraamte van de flat waar ze nog steeds wonen. „Sirte is een spookstad geworden”, zegt Piccinin. „Er wonen nog enkele honderden mensen, meer niet. Er zijn in de stad tussen de 10.000 en de 20.000 doden gevallen, die veelal in massagraven zijn begraven. Het is voor mij duidelijk dat hier oorlogsmisdaden zijn begaan.”
Wat wilde de NAVO volgens u eigenlijk in Libië?
„Er gebeurden natuurlijk verkeerde dingen tijdens Gaddafi’s regime. Dat staat buiten kijf. Lange tijd profiteerde het Westen echter ook van Gaddafi. Westerse oliemaatschappijen deden in Libië goede zaken.
Maar Gaddafi was ook een grillig figuur. Ik denk dat het Westen bij het begin van de opstanden zijn kans schoon zag om van hem af te komen.”
U noemde net opnieuw Qatar, nu als geldschieter van Libische islamisten. Wat is de rol van dat land in de Arabische lente?
„Qatar speelt een grote rol. Het land heeft ook in de Syrische opstanden een belangrijke vinger in de pap. In Syrië zouden onlangs 15.000 militairen zijn gedeserteerd uit het nationale leger om zich te voegen bij het Vrije Syrische Leger, een militie van opstandelingen. Zo’n massale uittocht uit het leger is echter uiterst ongeloofwaardig. Het geval is echter dat Qatar het Vrije Syrische Leger bewapent en betaalt.
De opstand in Syrië wordt meer en meer gedomineerd door islamisten, die banden hebben met de wereldwijde moslimbroederschap. Tot nu toe zijn de moslimsbroeders in Syrië verboden. De oppositie die ik in Syrië heb gesproken, geeft openlijk toe dat ze zich verwant voelt met de moslimbroeders. Daar maken ze allerminst een geheim van.”
Wat betekent dit voor minderheden in Syrië, zoals de christenen?
„Ik heb nog geen christen, jong of oud, in Syrië ontmoet die bij de revolutie betrokken is. Aanvankelijk leefde er onder christenen wel steun, maar ze zijn er nu helemaal klaar mee. Ze zijn niet blij met het huidige regime van Assad, maar er valt tenminste onder te leven zonder armoede. Ik heb christenen in Syrië gesproken die me zeiden dat ze de wapens klaar hebben liggen voor het geval de revolutionairen straks aan de macht komen. Van de druzen (een stroming binnen de sjiitische islam, MW) hoorde ik hetzelfde.”
Hoe breed wordt de opstand in Syrië volgens u gedragen?
„Syrië is een uiterst complexe samenleving, waar minderheden samen zo’n 40 procent van de bevolking uitmaken. Deze minderheden willen vaak wel democratie, maar geen islamitische staat. Dan zijn er ook nog soennitische moslims, zeker onder de burgerij, die niet op een fundamentalistisch regime zitten te wachten. Al met al denk ik dat de verhouding ongeveer fiftyfifty is tussen voor- en tegenstanders van het regime-Assad.
De media overdrijven de aantallen betogers in Syrië overigens schromelijk. In juli was ik in de Syrische stad Hama zelf bij een betoging na het vrijdagmiddaggebed. Het plein in de stad stond vol, maar dat is niet zo groot. Ik schat dat er ten hoogste 10.000 betogers waren. Die avond keek ik in het hotel naar de tv-zender Euronews, die over de betoging berichtte en sprak van 500.000 betogers. De Franse krant Le Monde kwam de volgende ochtend zelfs met 600.000 betogers. Nota bene: in heel Hama wonen niet meer dan 250.000 mensen.
Op camerabeelden vanuit Syrië lijkt het bij demonstraties altijd om geweldige aantallen betogers te gaan, maar dat is een vertekend beeld. Let eens op hoe vaak er voor een close-up wordt gekozen. Hieruit blijkt maar weer eens het nut om de regio’s die je onderzoekt ook zelf te bezoeken.”
Het klinkt allemaal weinig optimistisch.
„Laat duidelijk zijn dat veel van de verdreven regimes niet deugden. Ook het Syrische regime heeft genoeg op zijn kerfstok. En de demonstranten bestaan ook heus niet alleen uit islamisten. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat ik veel verontrustende geluiden hoor. En met name Qatar speelt in de islamisering volgens mij een belangrijke rol. Vergeet ook niet dat (de Arabische tv-zender, MW) Al-Jazeera zijn basis in Qatar heeft. Al-Jazeera is veelgeprezen om zijn berichtgeving over de Arabische lente, maar is naar mijn overtuiging daarin gewoon een verlengstuk van het beleid van Qatar.”