Egypte schrikt van opmars salafisten
CAIRO – De fundamentalistische salafisten zijn in opmars en de kopten schrikken daarvan. Ook de moslimbroeders zijn bezorgd. Want je kunt moslimbroeders en salafisten niet zomaar op één hoop gooien. De verschillen tussen beide bewegingen en hun belangen zijn daarvoor te groot.
Voor de verkiezingen in Egypte vreesde men in het Westen voor de groeiende invloed van de moslimbroederschap. Nu blijkt dat het grote gevaar schuilt bij de salafisten, die in de eerste ronde van de parlementsverkiezingen ruim 20 procent van de stemmen behaalden.
De Egyptische presidentskandidaat Mohamed El-Baradei heeft de islamitische partijen, die een meerderheid veroverden bij de verkiezingen van vorige week, ervan beschuldigd dat zij met misleidende slogans de macht willen verkrijgen. Volgens El-Baradei zullen de mensen al gauw ontdekken dat die slogans volstrekt nietszeggend zijn.
Twee weken geleden nog werden zeker 43 mensen gedood en raakten meer dan 3000 anderen gewond bij botsingen tussen veiligheidstroepen en betogers, die opnieuw de straat opgingen om het ontslag van de militaire raad te eisen. De liberalen verdenken de militairen ervan dat die hun macht willen behouden. Inmiddels heeft het leger het oorspronkelijke tijdstip voor de overdracht van de macht aan een civiele regering vervroegd. De tussenliggende tijd hebben ze nodig om een reeks maatregelen te treffen om zichzelf te beschermen tegen onderzoek van een nieuw gekozen regering. Per slot van rekening zijn de huidige militaire machthebbers net zo schuldig als oud-president Mubarak.
Intussen is de eerste ronde van de verkiezingen achter de rug. De moslimbroederschap lijkt daarbij op het eerste gezicht de grote winnaar. De partij wist immers ruim 40 procent van de stemmen te behalen. Opzienbarender is het grote aantal stemmen dat de salafisten wisten te veroveren. Met ruim 20 procent van de stemmen zijn zij een geduchte concurrent van de moslimbroeders geworden. Niemand in Egypte had die grote opmars van de salafisten voorzien.
Met name in de westerse pers worden de moslimbroederschap en de salafisten op één hoop gegooid onder de noemer moslimfundamentalisten. Maar zo eenvoudig ligt het hier niet. moslimbroeders en salafisten staan wat betreft veel van hun standpunten net zo ver uit elkaar als moslimfundamentalisten en liberalen, zoals El-Baradei.
De moslimbroederschap voelde zich in de aanloop naar de verkiezingen oppermachtig. Ze had immers een grote voorsprong op andere politieke partijen en bewegingen. Al decennialang heeft ze een groot landelijk netwerk, dat ze heeft opgebouwd in de tijd dat de moslimbroederschap officieel was verboden in Egypte. De broederschap is vooral zeer actief op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. Hiermee hebben de moslimbroeders met name bij de arme bevolking in Egypte veel goodwill gekweekt. Dit staat in schril contrast met de liberale politieke partijen en met de partijen van de jonge revolutionairen. De jonge revolutionairen, die de opstand in januari zijn begonnen, hebben nauwelijks geld en moeten hun partijen van de grond af opbouwen. Het zal hun nog jaren kosten om die achterstand in te halen.
Totdat de salafisten nadrukkelijk van zich lieten horen. Voor de opstand in januari speelden de salafisten nauwelijks een rol van betekenis in Egypte. Weinigen wisten van de salafisten. Het salafisme is een extremistische en radicale moslimbeweging. De salafisten staan afwijzend tegenover alles wat volgens hen in tegenspraak is met de zuivere vorm van de islam. Zij staan dus niet alleen afwijzend tegenover andere religies, zoals het christendom en het jodendom, maar ook tegenover andere (mildere) islamitische stromingen, waaronder het sjiisme en het soefisme. Maar ook de moslimbroederschap in Egypte deugt in hun ogen niet, omdat die in de aanloop naar de verkiezingen heeft gezegd geen islamitische overheersing van Egypte voor te staan en bereid te zijn met andere, ook liberale, partijen samen te werken.
Voor de salafisten is samenwerking met seculiere partijen volstrekt uitgesloten. Zij streven maar één doel na en dat is van Egypte een moslimstaat maken. Daarbij heiligen de middelen blijkbaar hun doel. Eerder deze week beweerde de presidentskandidaat van de salafisten, Mazim Abu Ismael, sprekend over de militaire machthebbers, dat de salafisten „een groot hart hebben en de militairen alles kunnen vergeven wat ze hebben gedaan.” Met zo’n uitspraak zetten de salafisten zich nadrukkelijk af tegen alle revolutionaire, liberale en meer gematigde moslimbewegingen.
Gevaarlijker is dat zij blijkbaar onder één hoedje spelen met het militaire regime. De salafisten liggen hiermee duidelijk op ramkoers. Egypte moet hoe dan ook een islamitische staat blijven en zelfs in een strengere vorm dan tot nu toe het geval was. Dat blijkt uit allerlei voorstellen die de salafisten hebben aangekondigd, zoals de verplichting voor alle vrouwen om een hoofddoek te dragen, het verbod op de verkoop van en het gebruik van alcohol, een bikiniverbod voor alle stranden en zelfs aparte stranden voor mannen en vrouwen. Een deel van deze plannen zouden de doodssteek betekenen voor de Egyptische toeristenindustrie.
Om hun populariteit te vergroten, proberen de salafisten letterlijk de steun van de gewone Egyptenaren te kopen. Op markten in het hele land verkopen zij brood, groeten, fruit, kleding en andere dagelijkse behoeften vaak voor de helft van de normale prijs. Daarnaast investeren zij ook in onderwijs en medische zorg. Dat alles moet miljoenen dollars kosten. Maar dat geld is er. Vooral Saudi-Arabië en Qatar stoppen de salafisten in Egypte, waarvan een groot deel pas na de opstand het land binnenkwam, dat geld graag toe. Immers, met name deze landen hebben groot belang bij rust en stabiliteit in hun buurlanden. Bang als ze zijn voor revolutionaire oprispingen in eigen land.
Gestimuleerd door hun succes in de eerste ronde van de verkiezingen zullen de salafisten zonder enige twijfel hun campagne voor de volgende twee rondes gaan opvoeren. De liberale en de revolutionaire partijen hebben daar waarschijnlijk geen goed antwoord op. Die hebben inmiddels al veel terrein verloren.
Een antwoord moet komen van de moslimbroederschap. En dat antwoord zal er komen, getergd als de moslimbroeders zijn. Maar met de dag groeit in Egypte de vrees dat de confrontaties tussen de moslimbroeders en de salafisten steeds gewelddadiger zullen worden. Eén ding is inmiddels wel duidelijk geworden: niet de moslimfundamentalisten, maar de op drift geraakte salafisten vormen het grootste gevaar voor Egypte. Een zeker niet te onderschatten gevaar.
Gelukkig is dat gevaar onderkend door de moslimbroeders, maar ook door de kopten. Die hebben tijdens de eerste ronde van de verkiezingen besloten om de salafistische opmars te dwarsbomen door te stemmen op (gematigde) moslimbroeders.
De salafisten hebben hen daarbij zelf trouwens een handje geholpen. Een van hun leiders had aangekondigd dat hij het werk van Nobelprijswinnaar Naguib Mahfuz zou gaan verbieden. Deze uitspraak over de Egyptische schrijver heeft de salafisten zeker twintig zetels gekost.