Politiek

Euthanasie kwam zó in oudheid niet voor

Formeel valt er niets tegen in te brengen. „Als de NVVE in Nederland een euthanasiekliniek wil oprichten of een soort vliegende euthanasie­brigade, kan de overheid dat niet verhinderen”, betoogde minister Schippers van VWS woensdag in een overleg met de Tweede Kamer.

2 December 2011 18:21Gewijzigd op 14 November 2020 18:00
Van Gerven. Foto ANP
Van Gerven. Foto ANP

Schippers heeft de in 2002 van kracht geworden euthanasiewet aan haar kant. Daarin vinden we immers niets over de locatie waar euthanasie al dan niet in praktijk mag worden gebracht? Wel bevat de wet allerlei zorgvuldigheidscriteria: procedures die in acht moeten worden genomen voordat een arts iemand mag helpen zijn of haar leven te beëindigen. Maar wáár het leven precies beëindigd wordt, in een ziekenhuis, in een kliniek of bij de patiënt thuis (door een medicus van een brigade bijvoorbeeld), acht de wet niet relevant.

Daarom heeft de VVD-bewindsvrouw formeel gezien gelijk. Materieel gezien valt er echter veel tegen in te brengen.

Diverse Kamerleden deden dat deze week ook. En niet alleen van de drie christelijke fracties. Ook SP-woordvoerder Van Gerven maakte kenbaar „grote bezwaren” te hebben tegen de initiatieven van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE). Klinieken? Brigades? „Ik ben bang voor een soort van onherroepelijkheid, voor een tunnelvisie”, aldus de oud-huisarts uit Oss.

Wat hij daarmee precies bedoelt, is niet moeilijk uit te leggen. Op dit moment is het nog zo dat de huisarts veelal het eerste aanspreekpunt is bij een euthanasieverzoek. Dat heeft onmiskenbaar een remmende werking op het daadwerkelijke aantal euthanasiegevallen. Huisartsen hebben doorgaans een langdurige behandelrelatie met een patiënt en kennen diens levensomstandigheden. Dat geeft hun de gelegenheid om zorgvuldig af te wegen of een euthanasieverzoek vrijwillig en weloverwogen is gedaan.

Macrocijfers laten zien dat zij die zorgvuldigheid ook in praktijk brengen. Van de naar schatting 9000 euthanasieverzoeken die er jaarlijks gedaan worden, worden er ‘slechts’ zo’n 3000 gehonoreerd. Omdat al die andere 6000 verzoeken buiten de zorgvuldigheidscriteria van de wet vallen? Dat is niet aannemelijk en stemt ook niet overeen met de observaties van de NVVE. Deze komen erop neer dat het gros van de artsen, hoewel de wet dat niet verplicht stelt, vanuit een prijzenswaardige taakopvatting wacht met euthanasie tot er geen reële behandelperspectieven meer zijn.

Dat die situatie gaat veranderen zodra er speciale euthanasieklinieken gaan verrijzen, ligt voor de hand. Zeker, ook die klinieken zullen zich moeten houden aan de criteria van de euthanasiewet. Maar iedereen begrijpt dat de grondhouding van waaruit iemand die wet leest en interpreteert, er veel toe doet. Ontstaan er eenmaal euthanasieklinieken, dan zullen die geneigd zijn een verzoek tot hulp bij zelfdoding in principe positief te bejegenen. Dat zou er wel eens toe kunnen leiden dat er straks veel meer dan 9000 verzoeken per jaar gedaan gaan worden en er daarvan ook meer geëffectueerd zullen worden.

Dat we in Nederland die kant opgaan, lijkt onvermijdelijk. Als dit soort klinieken onder de huidige wetgeving niet tegengehouden kan worden en er geen Kamermeerderheid is die via nieuwe wetgeving de oprichting van dergelijke instellingen de pas wil afsnijden, gáán ze er komen.

En dat zou wel eens kunnen betekenen dat we naar een situatie gaan waarin iedereen die, om wat voor reden dan ook, een einde aan zijn leven wil maken, daartoe de nodige professionele hulp kan krijgen. Het is de zelfbeschikkingsgedachte tot in haar uiterste consequentie doorgevoerd.

Velen vinden dat bepaald geen angstaanjagend idee. Iemand als de VVD’er Bolkestein verwijst in dit verband graag naar de klassieke oudheid, een tijdperk van hoogstaande beschaving waarin een wijs mens als Seneca toch ook in vol bewustzijn een einde aan zijn eigen leven maakte.

Toch mankeert er aan die vergelijking veel. Seneca werd door Nero gedwóngen zelfmoord te plegen. Die situatie heeft niets gemeen met de tegenwoordig zo populaire ”klaar-zijn-met-levengedachte”. Bovendien kan in onze moderne, open en egalitaire samenleving datgene wat vroeger slechts door enkelingen en door een elite werd gepraktiseerd, breed beschikbaar komen voor iedereen. Dat maakt het post­christelijke tijdperk heel anders dan het prechristelijke.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer