Hillen wil af van taboe op samenwerking
DEN HAAG (ANP) – Europese landen moeten vormen van militaire samenwerking met vaartuigen, voertuigen of vliegtuigen overwegen die voorheen ondenkbaar leken. Nederland wil daarbij een voortrekkersrol vervullen, in de aanloop naar de NAVO-top in Chicago in mei volgend jaar.
Dat kondigde minister Hans Hillen van Defensie woensdagavond aan in het debat in de Tweede Kamer over zijn begroting voor volgend jaar. „We moeten het taboe doorbreken dat elk land alles zelf moet kunnen en zelf moet hebben”, zei hij. Hillen gaf een opsomming van landen waarmee Nederland al samenwerkt, zoals Noorwegen, Denemarken en België. Met de Denen en Noren wordt ook gesproken over samenwerking bij het gevechtsvliegtuig dat de F-16 zal vervangen.
Hij refereerde ook aan de samenwerking met de Duitse landmacht. In de tijd dat het Nederlands-Duitse legerkorps werd opgericht, was het een „sensatie” dat Nederlandse militairen onder Duits commando kwamen. „Inmiddels hoor je daar niemand meer over”, stelde de minister, die zei een grote fan te zijn van de landmachtsamenwerking.
De PVV, de gedoogpartner van het minderheidskabinet van VVD en CDA, waarschuwde dat verder gaande samenwerking betekent dat Nederland bevoegdheden over de eigen militairen uit handen geeft. Hillen weersprak de suggestie dat hij daarmee de nationale soevereiniteit verkwanselt. Een frisse kijk op dat beginsel is volgens hem dringend nodig.
De NAVO blijft volgens Hillen de beste garantie voor veiligheid op het Europese continent. Ook de Europese Unie speelt een effectieve rol bij het stabiliseren en voorkomen van veiligheidsproblemen, aldus de minister. De Europese afhankelijkheid van Amerikaanse militaire middelen om zelfs kleine missies uit te voeren, is volgens hem echter slecht voor de NAVO en voor Europa. Die afhankelijkheid moet daarom verminderen. „Alleen als de Europese lidstaten meer op eigen benen leren staan, kunnen zij op termijn volwaardige bondgenoten van de Verenigde Staten blijven. Het gaat dus niet alleen om het terugdringen van kosten, maar zeer zeker ook om het vergroten van de slagkracht”, stelde de bewindsman.