Schippers: Geen juridische verwijsplicht bij euthanasie
DEN HAAG – Minister Schippers (VWS) voelt er niets voor om in deze kabinetsperiode in de wet op te nemen dat artsen die weigeren een euthanasieverzoek dat binnen de wet- en regelgeving valt uit te voeren verplicht zijn de patiënt door te verwijzen naar een wel bereidwillige arts.
Een dergelijke juridische verwijsplicht, voorgesteld door D66 en GroenLinks, schiet zijn doel voorbij, zo hield Schippers de Kamer gisteren voor.
Wel is zij met artsenorganisatie KNMG van mening dat artsen de professionele en morele plicht hebben om hun houding ten aanzien van euthanasie tijdig met patiënten te delen. Indien gewenst kunnen zij dan op zoek gaan naar een andere, wel bereidwillige arts.
Daarbij is het overigens zo dat vervelende communicatiestoornissen zelden ontstaan tussen patiënten en gewetensbezwaarde artsen, aldus Schippers. „Zij maken hun afwijkende standpunt doorgaans vroegtijdig bekend. Die conflicten die er zijn, ontstaan vaak in het grijze gebied.”
Het periodiek toetsen van de parate kennis van artsen over de reikwijdte van de euthanasiewet en daar streefcijfers aan koppelen – een VVD-voorstel – vindt Schippers evenmin noodzakelijk. Zij wees erop dat onderzoeksbureau ZonMw volgend jaar ook al met cijfers komt over het niet-inwilligen van euthanasieverzoeken door artsen en de reden daarvan.
Ook het uit het wetboek van Strafrecht halen van euthanasie, eveneens voorgesteld door GroenLinks, ziet Schippers als overbodige maatregel. Volgens GroenLinks Kamerlid Voortman kan de dreiging van een strafvervolging ervoor zorgen dat artsen zich onnodig terughoudend opstellen bij het in overweging nemen van euthanasieverzoeken. Schippers bracht daar tegenin dat de bemoeienis van het openbaar ministerie met de euthanasiepraktijk sinds het van kracht worden van de euthanasiewet in 2002 minimaal is. „Het is nog nooit voorgekomen dat het OM een zaak begon, nadat een van de toetsingscommissies tot het oordeel was gekomen dat een arts bij het uitvoeren van een euthanasieverzoek zorgvuldig te werk was gegaan.”
Schippers herhaalde haar eerder vandaag ingenomen standpunt dat er geen redenen zijn om de komst van levenseindeklinieken of ambulante teams van euthanasieartsen op voorhand te beletten. Beide initiatieven zijn dit jaar voorgesteld door de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE). „Als er een club is die weet wat wel en niet mogelijk is binnen de kaders van de euthanasiewet is het de NVVE wel. De mensen die daar werken, zijn hier als het ware op afgestudeerd”, zo merkte Schippers op.
Zij verschilt daarin behalve met CU en SGP ook van mening met CDA, PVV en SP, zo bleek gisteren. De relaties tussen artsen van klinieken of ambulante teams en patiënten zijn te kortstondig voor een zorgvuldig oordeel over de vrijwilligheid en weloverwogenheid van euthanasieverzoeken, zo vrezen deze fracties. Ook wijzen zij op het risico dat deze artsen euthanasieverzoeken te gemakkelijk inwilligen, omdat zij dusdanig positief staan ten opzichte van euthanasie dat zij aan het verkennen van alternatieven een lage prioriteit toekennen.
Voor Schippers is het echter voldoende dat er voor elke euthanasie meldingsplicht blijft. Mocht uit toetsingen blijken dat artsen van klinieken of ambulante teams onzorgvuldig te werk gaan, dan kunnen justitie of de zorginspectie altijd nog ingrijpen, aldus de bewindsvrouw gisteren.