Kamer: Blijf opkomen voor vervolgde gelovigen
DEN HAAG – Het kabinet moet blijven opkomen voor de vrijheid van godsdienst en zich zichtbaar sterk maken tegen onderdrukking en bedreiging van religieuze minderheden.
Een motie met die strekking van de Kamerleden Ormel (CDA), Van der Staaij (SGP) en Voordewind (CU) is woensdag door de Tweede Kamer aangenomen.
In de motie constateren de drie Kamerleden dat de positie van religieuze minderheden „wereldwijd in toenemende mate onder druk staat.” Ze willen dat het kabinet de vrijheid van godsdienst en de bescherming van religieuze plaatsen als „belangrijke voorwaarde voor verdere samenwerking” met andere landen beschouwt en benoemt.
De Kamer nam gisteren ook twee andere moties aan die vorige week bij het debat over de begroting van Buitenlandse Zaken waren ingediend. De eerste, van PVV’er De Roon, verzoekt de regering Israël politieke steun te geven als dat land zich verdedigt tegen terreurdaden.
De tweede, van PVV, SGP, CDA en CU, vraagt het kabinet er bij Indonesië op aan te dringen snel te stoppen met de onderdrukking van en geweldpleging tegen Papoea’s en werk te maken van de wettelijk geregelde grotere autonomie voor de Papoea’s.