Eurolanden roepen hulp IMF in
BRUSSEL (ANP) – De ministers van financiën van de eurozone zijn het dinsdagavond eens geworden over maatregelen om de slagkracht van het Europese noodfonds EFSF te vergroten. Maar omdat die maatregelen door de terughoudende financiële markten naar verwachting niet genoeg zullen opleveren, roepen zij de hulp in van het Internationaal Monetair Fonds.
De lidstaten daarvan, binnen en buiten Europa, zouden extra geld in het IMF moeten steken, waardoor dat landen met schuldproblemen kan helpen. Ook Nederland is daar volgens minister Jan Kees de Jager toe bereid, maar hij wil nog niet zeggen hoeveel.
In het EFSF zit nu zo’n 440 miljard, maar daarvan is slechts 280 miljard echt inzetbaar. De eurolanden hopen dat te vergroten door het fonds verzekeraar te laten zijn voor private beleggers die staatsobligaties van probleemlanden kopen. Het fonds zou voor de eerste 20 tot 30 procent daarvan garant moeten staan, zei de voorzitter van de eurogroep, de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker.
Maar de aanvankelijke verwachting dat het effect van het fonds daardoor minstens verviervoudigd zou worden, komt niet uit. Het gaat hooguit om een verdrievoudiging. Daardoor is het te beperkt om te hulp te schieten als grote landen als Italië of Spanje in problemen raken.
„Dat is geen ramp, omdat we nu een pad naar het IMF openen”, aldus De Jager na het overleg in Brussel. Nederland heeft daar samen met Duitsland en Finland krachtig voor gepleit, en de meeste andere eurolanden hebben dat nu overgenomen. „We hebben veel steun voor ons voorstel gekregen. Dat is vooruitgang.”
Grote niet-Europese IMF-leden als China en India hebben zich volgens De Jager bereid verklaard om extra geld in het IMF te steken, op voorwaarde dat de eurolanden ook een extra bijdrage leveren. Het IMF heeft nu nog maar enkele honderden miljarden dollar in kas, zei de minister, en dat raakt snel op. „Het IMF kan als we er met zijn allen de schouders onder zetten een belangrijke rol spelen”, aldus De Jager.