„Hulp bij huiswerk niet alleen voor rijken”
AMSTERDAM – Huiswerkinstituten, bijlesdocenten, studiecoaches. De stormachtige groei van de commerciële huiswerkbegeleiding zorgt volgens onderwijseconoom Ritzen voor een tweedeling in het onderwijs. De begeleiders zelf herkennen dat beeld echter niet.
Ritzen –voormalig minister van Onderwijs– uitte zijn bezorgdheid gisteren in het radioprogramma EenVandaag. Steeds meer ouders betalen honderden euro’s per maand om hun kind te helpen zijn diploma te halen. Anderen kunnen zich dat niet veroorloven, zegt Ritzen. Hij vreest daardoor een groeiende tweedeling tussen rijk en arm. „Van een dubbeltje een kwartje worden, wordt steeds moeilijker.”
Ritzen zegt begrip te hebben voor de ouders die begeleiders inschakelen. „De ouders, vaak tweeverdieners, hebben minder tijd voor hun kinderen en verwachten daardoor meer van de school. En dat kan de school niet bieden, omdat de die daar het geld niet voor heeft. Ouders die het kunnen betalen, zoeken nu een uitweg.”
De oud-bewindsman wil dat iedereen toegang krijgt tot huiswerkbegeleiding; binnen of buiten de school: „Geef bijvoorbeeld vouchers aan ouders die de hulp niet kunnen betalen.”
De omzet in de sector als geheel wordt geschat op ruim 100 miljoen euro. De huiswerkbegeleiding is, samen met de autoverkoop en het elektriciteitsverbruik, verantwoordelijk voor de lichte groei (0,3 procent) van onze economie in de komende maand, zo blijkt uit ”De stand van Nederland”, de economische barometer die businesssite Z24 samen met EenVandaag ontwikkelde.
Huiswerkbegeleidingsinstituten helpen leerlingen hun werk te plannen en zo zelfstandig mogelijk uit te voeren. Studievaardigheden worden geoefend en het werk wordt gecontroleerd. Thuis hoeft er daardoor vaak weinig huiswerk meer gedaan te worden.
Er zijn plaatselijke instituutjes, maar ook grote aanbieders – Studiekring is de grootste. „We schatten het aantal instituten op 500”, zegt woordvoerder V. van Dijk van de overkoepelende website www.huiswerkbegeleiding.nl. De tarieven lopen sterk uiteen.
„Er werd vroeger wel gezegd dat huiswerkinstituten voor niet-intelligente kinderen van rijke ouders zijn”, stelt de LVSI-website. „De ouders zouden hun kind naar een te hooggegrepen opleiding sturen, die ze alleen aankunnen met hulp van een huiswerkinstituut. Natuurlijk is dat niet waar. Tegenwoordig zijn huiswerkhulp, studiebegeleiding, coaching, bijles en andere huiswerkbegeleiding de normaalste zaak van de wereld.”
Van Dijk noemt het beeld dat Ritzen schetst dan ook achterhaald. „Vroeger was begeleiding inderdaad exclusief voor rijkeren, maar dat is allang niet meer zo. Zo’n 10 procent van de leerlingen krijgt professionele hulp. In onze instituten zien we een dwarsdoorsnede van de bevolking. Uit recent onderzoek blijkt ook dat geld nauwelijks een factor is. Begeleiding is zeer kostbaar, maar ouders hebben het ervoor over. Soms nemen moeders er zelfs een baan voor. Wel zien we, als gevolg van de economische recessie, veel belangstelling voor hulp door bijlesdocenten, omdat die goedkoper is dan het bezoeken van een huiswerkinstituut.”
De overheid heeft de subsidiemogelijkheden –onder meer in het persoonsgebonden budget (pgb)– verminderd. „De instituten hebben soms zelf wel –al lopen ze er niet mee te koop– een regeling voor minder draagkrachtige ouders.”
De haat en nijd die er vroeger tussen scholen en huiswerkinstituten was, is volgens Van Dijk verdwenen. „Er wordt steeds meer samengewerkt. Scholen schakelen instituten in voor begeleiding binnen de school, en betalen die soms ook. Het aantal instituten groeit dan ook nog steeds, en er is duidelijk sprake van professionalisering.”