We hebben het allemaal zo druk
Tussen 1995 en 2000 hebben steeds meer Nederlanders het druk gekregen. Het aantal uren dat ze aan werk besteden is in die periode met 2,1 uur per week gestegen. Dit komt niet omdat ze langer zijn gaan werken, maar omdat meer mensen een baan hebben, zo stelt het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in een onderzoek naar de tijdsbesteding van Nederlanders.
Van de 168 uren in een week brengen de Nederlanders er 77 door met slapen en eten, 44 met verplichte bezigheden als werk, school en huishouden, 45 met vrije tijd en de rest met andere zaken.
Vergeleken met 1995 blijkt dat er vooral meer mensen werken. Het aantal uren dat mensen aan huishouden en zorg besteden is gelijk gebleven, maar vooral verschoven naar de avonden en de weekeinden.
Het aantal mensen dat zorg en werk combineert, nam toe van 38 tot 47 procent. Dat is vooral toe te schrijven aan de toename van het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt, stellen de onderzoekers. Huishouden en zorg blijven hoofdzakelijk tot de taak van vrouwen behoren.
Slapen
De toename van het aantal verplichtingen ging niet ten koste van de nachtrust. Er werd in 2000 anderhalf uur per week meer geslapen dan in 1995. Mensen beknibbelden vooral op onderwijs en vrijetijdsbesteding, zo blijkt uit het onderzoek. Gemiddeld daalde de beschikbare vrije tijd met 2,5 uur per week. Vooral 20– tot 49–jarigen hadden minder vrije tijd, zeker als ze werken en kinderen hebben.
Wat opvalt, is dat er vooral werd ’bezuinigd’ op vrijetijdsactiviteiten buitenshuis. Er werd in 2000 minder gereisd voor vrijetijdsactiviteiten en meer tussen huis en werk. Mensen aten minder buiten de deur, gingen minder vaak op visite en brachten minder tijd door met volwassen huisgenoten of anderen. De afname van vrij besteedbare uren trok ook haar wissel op vrijwilligerswerk en onbetaalde hulpverlening, wat een extra belasting betekende voor vrijwilligers die wel actief bleven. Ook voor sport en andere hobby’s is minder tijd beschikbaar.
Ritme
De onderzoekers van het SCP noemen de daling van de wekelijks vrij te besteden tijd een „ongemakkelijk signaal” in een tijd van toenemende werkdruk en geklaag over vermoeidheid. Een „positief signaal” vinden ze echter het feit dat de langere openingstijden van winkels en andere werktijden niet leiden tot het wegvallen van collectieve ritmes en individuele routines.
Het gros van de Nederlanders staat doordeweeks om zeven uur op, gaat om elf uur ’s avonds naar bed, eet om halfeen ’s middags een lunch en zit ’s avonds om zes uur thuis in gezinsverband aan de avondmaaltijd.
Door de verruiming van de winkeltijden is het doen van boodschappen iets meer naar de avonduren verschoven. Voorheen deed 17 procent van 20– tot 64–jarigen minstens eenmaal per week ’s avonds boodschappen en nu is dat 22 procent.
De Nederlanders zijn beduidend meer tijd (0,9 uur per week) gaan besteden aan het gebruik van de computer.