Droger én natter door luchtvervuiling
Luchtverontreiniging heeft meer invloed op de hoeveelheid neerslag dan gedacht. Het lijkt daardoor minder te gaan regenen in droge gebieden en meer in gebieden waar toch al genoeg neerslag valt.
Dat ontdekte Zhanqing Li, klimaatdeskundige van de universiteit van Maryland. Zijn resultaten werden begin deze week gepubliceerd in Nature Geoscience.
Li merkte dat zwevende deeltjes (aërosolen), vochtgehalte en wolktypes een rol spelen in de toe- of afname van de hoeveelheid neerslag. In laaghangende bewolking belemmeren aërosolen de neerslag, vooral als de relatieve luchtvochtigheid laag is. De waterdruppeltjes blijven daardoor te klein om te vallen.
In grotere wolken –met water onderin en ijskristallen daarboven– hebben extra aërosolen het tegenovergestelde effect. Er ontstaan meer ijskristallen die te zwaar zijn om in de lucht blijven. Deze deeltjes komen in extreem hevige regenbuien naar beneden.
In zeer vervuilde lucht kunnen wolken ontstaan, die twee keer zo groot zijn als vergelijkbare wolken in schone lucht. De kans op hevige regen wordt door luchtvervuiling verhoogd met 50 procent, terwijl de kans op lichte regen met 50 procent daalt.
Twee jaar geleden ontdekte Yun Qian van de Pacific Northwest National Laboratory in Richland al dat zware vervuiling lichte regenval onderdrukte.