Tweederde van baby’s naar kinderopvang
Steeds meer kinderen worden een deel van de week opgevangen omdat beide ouders werken. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag bekendgemaakt.
Van de baby’s gaat bijna tweederde (61 procent) naar kinderopvang, zoals een kinderdagverblijf of een oppas. Bij twee- en driejarigen is dat toegenomen tot rond de 80 procent. Op deze leeftijd gaan veel kinderen naar de peuterspeelzaal.
De toename zat de afgelopen jaren vooral in de formele opvangplaatsen, zoals kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang. Het aantal kinderen is hier verviervoudigd sinds 1990. „Dat strookt met het toenemend aantal vrouwen dat is gaan werken”, verklaart een CBS-onderzoekster. Het aantal kinderen bij een oppas is de laatste jaren vrijwel hetzelfde gebleven.
Het gebruik van kinderopvang neemt af wanneer kinderen naar school gaan. Slechts een op de vijftien kinderen tussen de 4 en de 12 jaar gaat naar de buitenschoolse opvang.
Hoewel kinderen pas op vijfjarige leeftijd verplicht zijn naar school te gaan, begint 98 procent al op vierjarige leeftijd. In het schooljaar 2002-2003 gingen ruim 1,5 miljoen kinderen naar de basisschool.
Verder brengen veel ouders hun kinderen naar een sportclub. Buiten schooltijd is tweederde van de kinderen actief in verenigingsverband. Sporten is een favoriete bezigheid van kinderen: 85 procent van de kinderen tussen de 4 en de 12 jaar doet minstens een uur per week aan sport.
Het populairst blijft het echter om thuis op de bank naar de televisie te kijken. Zes van de tien kinderen tussen de 4 en de 12 jaar kijken tien uur of meer per week naar de televisie.