Demonstranten Egypte eisen aftreden militaire regering
CAÏRO – Het geweld van de afgelopen dagen in de Egyptische hoofdstad Caïro heeft velen aanvankelijk verrast. Met nog een week te gaan tot de verkiezingen lijkt deze jongste uitbarsting van geweld de kwetsbaarheid van het militaire regime bloot te leggen.
Vanaf het begin van de Egyptische opstand in januari heeft het leger zich steeds voorgedaan als vriend van de demonstranten. Maar naarmate de maanden verstreken, bleken de militairen niet van plan hun machtspositie te geven. Sterker nog, ze probeerden op slinkse wijze hun positie te verstevigen met de invoering van een wetsartikel dat zegt dat het leger geen inzicht hoeft te geven in zijn budget. Dat was niet zo’n handige actie. Hiermee vestigden de militairen –onbedoeld– de aandacht op zichzelf.
De demonstraties die vrijdag na het middaggebed begonnen, waren vooral gericht tegen de dubieuze manier waarop de militairen hun machtpositie proberen te verstevigen. Volgens de betogers is in grote tegenstelling met eerder gedane beloften door de militairen dat ze de macht zo snel mogelijk zulle overdragen aan een burgerregering.
De demonstraties in de Egyptische hoofdstad verliepen vrijdag aanvankelijk vreedzaam. Een aantal betogers bleef vrijdagavond achter op het Tahrirplein, om er de nacht door te brengen. Als door een wesp gestoken reageerde het regime hierop met bruut geweld.
De politie werd het plein op gestuurd om alle demonstranten te verwijderen. Daarbij maakte ze gebruik van traangas en schoot ze met rubberkogels. Zeker twee betogers werden in hun ogen geraakt.
Berichten over het geweld verspreidden zich snel via Twitter en Facebook. Binnen enkele uren stroomde het Tahrirplein vol met boze demonstranten. In de uren daarop escaleerde het geweld.
De opstelling van de Hoge Raad van de Strijdkrachten (SCAF) en het ministerie van Binnenlandse Zaken bleek olie op de golven. De volgende twee dagen volgde een ware veldslag tussen demonstranten en oproerpolitie. Hierbij vielen 33 doden en zeker 1000 gewonden.
Maandagavond namen de ontwikkelingen in Egypte een dramatische wending. Terwijl betogers en oproerpolitie in een felle strijd waren verwikkeld, vormde de menigte op het Tahrirplein een corridor om gewonden vanuit omringende straten een snelle doorgang te bieden naar het veldhospitaal midden op het plein. Gewonden werden met motorfietsen, per brancard of met auto’s naar het plein gebracht. Intussen zwol de massa mensen op het Tahrirplein snel aan. Net als de woede tegen het regime dat verantwoordelijk is voor het geweld.
Halverwege de avond volgde het bericht dat het kabinet-Sharaf had besloten onmiddellijk zijn ontslag in te dienen. Het was niet direct duidelijk of de SCAF het ontslag zou aanvaarden. Al driemaal eerder heeft Sharaf de handdoek in de ring willen gooien. Alle drie de keren werd dit door de SCAF afgewezen. Nu het ontslag van de regering is aanvaard, is Egypte in een hachelijke situatie terechtgekomen.
De SCAF heeft al vrij snel na het aftreden van het kabinet-Sharaf aangekondigd dat de verkiezingen van maandag gewoon zullen doorgaan en dat er snel een nieuwe premier zal worden aangesteld. Maar zo eenvoudig zal dat niet zijn. Wie durft die positie van premier op zich te nemen? En zonder regering wordt het organiseren en coördineren van de verkiezingen een welhaast onmogelijke opgave.
„Hoe heeft het zover kunnen komen, en hoe moet het nu verder met Egypte?” Het was maandagavond de meest gestelde vraag op de Egyptische televisiezenders. De SCAF heeft volgens velen in negen maanden net zo veel fouten gemaakt als voormalig president Mubarak in dertig jaar. Volgens veel commentatoren heeft de legerleiding niet de juiste mentaliteit om een land te regeren. De SCAF heeft met het geweld tegen Egyptische burgers het vertrouwen van het volk in het leger diep geschaad.
Riepen de demonstranten in februari nog: „Het volk en het leger zijn één”, maandag eisten de betogers het vertrek van het leger en het aftreden van waarnemend president Tantawi. Maar die zal de macht niet zonder slag of stoot afstaan. Alles wijst erop dat Egypte een hete winter wacht.