Mackay: Christelijke school moet ”nee” durven zeggen
GOUDA – Christelijke scholen willen vaak het braafste jongetje van de klas zijn. Bijvoorbeeld door zo goed mogelijk aan de eisen van de onderwijsinspectie te voldoen. Maar ze moeten vaker „nee” durven zeggen.
Dat heeft dr. Ewald Mackay zaterdag in Gouda gezegd tijdens het derde congres van het Christelijk Conservatief Beraad (CCB). De docent cultuurgeschiedenis en filosofie aan Driestar Hogeschool beval scholen aan „de deugd van de moed” te tonen. Maak eigen keuzes, zei hij. „Dat zal gezegend worden. We gaan niet failliet als we op onze eigen manier goed onderwijs geven.”
Tijdens een discussie daarover bleek dat velen in het onderwijs het daarmee eens zijn. Tal van docenten vullen hun lessen al op hun eigen manier in. Directies echter zouden het niet aandurven om een duidelijke eigen koers te varen met de school. Maar die lopen weer aan tegen het feit dat hun school financieel wordt gekort als ze zich niet stipt aan de eisen uit Den Haag en van de inspectie houden.
Directeur R. Toes van locatie Guido de Brès van het Wartburg College in Rotterdam zei dat de overheid scholen de laatste jaren meer vrijheid geeft dan ten tijde van de basisvorming. „Die ruimte moeten we nemen.”
Dr. Henk Dijkgraaf, docent Engels, pleitte voor een dominantie in het onderwijs van de geesteswetenschappen boven de geldende overheersing van de natuurwetenschappen. „Geen twee uur godsdienst in de week, maar zeven uur. En meer geschiedenis, literatuur en schilderkunst.”
Leerlingen moet weer worden verteld wat grote denkers en dichters „en eventueel wetenschappers” ons in het verleden hebben aangereikt, aldus Dijkgraaf. Ook moeten docenten de emoties van leerlingen vormen: „Leer hun de dingen te waarderen die waardering verdienen.”
Toes vulde aan dat leraren grenzen moeten stellen. Leerlingen houden van docenten die de moeite van een conflict met een kind voor hem over hebben.
Hij acht het van belang docenten tijdens hun opleiding zo veel mogelijk intellectuele bagage mee te geven. „Mislukt dat, dan komt er van de vorming van hun leerlingen niets terecht.”
Het onderwijs zou een werkplek moeten zijn waar „onze beste mensen naartoe willen”, zei Mackay. „Maar de overheid heeft het vak uitgekleed, ook financieel. Het leraarschap heeft een lage status. We moeten ons schamen dat in dit land dat klimaat is ontstaan.”
Op het CCB-congres was SGP-senator Gerrit Holdijk de hoofdspreker. Hij stelde in zijn bijdrage, uitgesproken op persoonlijke titel, dat vrijheid de kern van het recht is. Dat geldt dus zeker voor gewetensvrijheid. De wetgever moet daar volgens hem terdege nota van nemen. Velen zien juist gelijkheid als kern van het recht.
In de vragenronde na afloop van zijn lezing ging Holdijk nog in op de kwestie-Mauro. Die jonge Angolese asielzoeker heeft volgens een Kamermeerderheid geen recht op een verblijfsvergunning. Ook de SGP in de Tweede Kamer stemde tegen een verzoek daartoe.
Holdijk zei dat in een rechtsstaat barmhartigheid, liefde en compassie –bijvoorbeeld met asielzoekers– het recht niet moeten overtroeven. Dan ontstaat willekeur – de asielzoeker die veel aandacht voor zijn zaak krijgt, mag wel blijven, een anonieme ander niet.
Die willekeur, aldus Holdijk, levert op termijn meer onvrede op dan het naleven van de regels. Wel kun je je natuurlijk altijd afvragen of de regels juist zijn, voegde hij daaraan toe, en die regels desgewenst bijstellen.