Buitenland

Irak krijgt overgangsregering

In Irak is zondag een overgangsregering benoemd waarin vijf bevolkingsgroepen zijn vertegenwoordigd. De bevolking heeft geen stem gehad in de samenstelling van de Regerende Raad.

Buitenlandredactie
14 July 2003 07:03Gewijzigd op 14 November 2020 00:26

Over de samenstelling van de 25 leden tellende Regerende Raad is ruim twee maanden gepraat. Welke bevoegdheden de regering krijgt, was niet direct bekend, al werd wel gezegd dat ze een begroting gaat opstellen voor 2004. Verder is duidelijk dat de Amerikaan Paul Bremer voorlopig de machtigste man blijft in het Iraakse landsbestuur.

Een van de eerste dingen die de overgangsregering te doen staan is de Irakezen ervan te overtuigen dat ze hen vertegenwoordigt. De Amerikanen achten de tijd voor verkiezingen in Irak nog niet rijp. Naar verwachting in september wordt een 200 tot 250 leden tellend Constitutioneel Congres benoemd, dat negen maanden tot een jaar later een grondwet moet presenteren waarover de bevolking zich per referendum mag uitspreken. Als dat is gebeurd, moeten er verkiezingen worden gehouden. Volgens een hoge westerse diplomaat wordt reeds binnen twee tot drie weken een commissie benoemd die voorbereidend werk gaat verrichten voor het Constitutioneel Congres.

De overgangsregering vergaderde zondag direct langdurig in het zwaar door Amerikaanse soldaten bewaakte congrescentrum van Bagdad en riep 9 april, de dag dat Saddam Hussein ten val kwam, uit tot nationale feestdag. Zes oude feestdagen, waaronder de verjaardag van Saddam, werden afgeschaft.

Eerder, nadat de raad was beëdigd, had Mohammed Bahr al-Uloum, een vooraanstaande sjiitische geestelijke uit de sjiieten heilige stad Najaf, een verklaring voorgelezen. Dat juist een religieuze leider dit deed werd gezien als een belangrijk gebaar naar de Iraakse bevolking. „De vestiging van deze raad geeft het Iraakse nationale verlangen weer na de val van het dictatoriale regime”, zei Al-Uloum.

De regering bestaat uit dertien sjiieten, vijf Koerden, vijf soennieten, een christen en een Turkmeense. De sjiieten maken ongeveer 60 procent van de bevolking uit, maar hebben Irak nog nooit geregeerd. De verdreven dictator Saddam Hussein is een soenniet. Onder de leden van de overgangsregering bevindt zich een aantal leiders van het voormalige verzet tegen Saddam, zoals Ahmed Chalabi, Abdel-Aziz al-Hakim, Massoud Barzani en Jalal Talabani, maar de meeste leden zijn betrekkelijk onbekende Irakezen. In de regering zitten drie vrouwen, onder wie Raja Habib al-Khuzaai, die directeur is van een kraamkliniek in het zuiden van Irak. Ze zei duizenden baby’s ter wereld te hebben geholpen en nu betrokken te zijn bij de geboorte van een nieuw land „en een nieuw bewind dat is gebaseerd op vrouwenrechten, menselijkheid, eenheid en vrijheid.”

Een woordvoerder van Chalabi, die de leider is van het Iraaks Nationaal Congres, noemde de benoeming van de Regerende Raad een historische gebeurtenis. „De Verenigde Staten zijn niet van plan Irak te koloniseren en de heer Bremer heeft mij persoonlijk verteld dat hij niet zal ingrijpen en zich niet zal bemoeien met politieke beslissingen die de raad neemt”, aldus de woordvoerder, Entifadh Qanbar. Ook oud-minister van Buitenlandse Zaken Adnan Pachachi, die deel uitmaakt van de overgangsregering, zei niet te verwachten dat Bremer zijn veto zal uitspreken over besluiten van de raad.

Aangenomen wordt dat Bremer spoed heeft gezet achter de vorming van de Regerende Raad, omdat hij die van cruciaal belang acht voor het welslagen van de Amerikaanse missie in Irak. De Iraakse bevolking schreeuwt om zeggenschap in het landsbestuur en het uitblijven daarvan heeft het algemeen heersende idee versterkt dat de Amerikanen naar Irak zijn gekomen om het te koloniseren, in plaats van te bevrijden. Bremer was bij de beëdiging van de overgangsregering aanwezig, evenals de speciale gezant van de Verenigde Naties voor Irak, Sergio Vieira de Mello, die zei dat de Irakezen ’vrijheid, waardigheid en veiligheid’ van nu af aan als vanzelfsprekendheden moeten beschouwen. Het was opmerkelijk dat De Mello het woord voerde en Bremer niet, aangezien de weigering van de VN-Veiligheidsraad om de oorlog tegen Irak te steunen eerder dit jaar tot een internationale diplomatieke crisis leidde die nog altijd niet helemaal voorbij is.

Op straat in Bagdad werd verschillend gereageerd op de vorming van een overgangsregering. De 35-jarige Razzak Abdul-Zahra sprak van ’de geboorte van de democratie in het land’, maar Bassem al-Duleimi, een 22-jarige student, zei bang te zijn dat de Amerikanen de raad zullen gebruiken om ’hun doelen in Irak te bereiken’.

Een leider van de in de raad vertegenwoordigde Koerdische Islamitische Unie, Adel Noory Mohammed, zei dat zowel de Irakezen als de Amerikanen er belang bij hebben dat de overgangsregering uitgebreide bevoegdheden krijgt.

„Anders zullen de Amerikanen in de ogen van het Iraakse volk nog meer aan legitimiteit en populariteit inboeten en zetten ze zichzelf onder enorme druk. De nieuwe regering zal, als het een sterke regering is, respect krijgen en worden gehoorzaamd door de bevolking.”

Op een persconferentie die de overgangsregering gaf, toonden veel leden zich overigens opmerkelijk pro-Amerikaans. Een aantal leverde kritiek op Arabische televisiezenders, omdat die zich in hun berichtgeving nog altijd achter Saddam zouden scharen, en ook de BBC moest het ontgelden. Chalabi zei dat het afgelopen moet zijn met de aanvallen op Amerikaanse soldaten in Irak. „Het Iraakse volk beschouwt hen (de Amerikanen, red.) als bevrijders en ziet de aanvallen niet als verzetsdaden”, zei Chalabi.

De raad gaat zich richten op het herstel van de veiligheid in Irak en op de wederopbouw van de economie. Ook moet ze de openbare diensten nieuw leven inblazen. Ze heeft de bevoegdheid ministers te benoemen, diplomatieke vertegenwoordigers aan te wijzen en een begroting op te stellen. Bovendien stelt een commissie uit de raad de nieuwe grondwet op.

De regering komt vandaag opnieuw bijeen om een voorzitter te kiezen en te beslissen hoe de procedures gaan verlopen. Bovendien kiest de raad een minister die de begroting voor volgend jaar moet opstellen.

De Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld, waarschuwde zondag dat de Amerikanen in Irak een gewelddadige zomer kunnen verwachten, waarin doden zullen vallen door nieuwe aanslagen. Sinds het einde van de grote gevechtshandelingen zijn meer dan dertig Amerikaanse militairen omgekomen door aanslagen van vermoedelijke aanhangers van Saddam.

„Ik ben bang dat wij moeten verwachten dat dit doorgaat en er wordt ook gespeculeerd dat wij in de maand juli, waarin voor de leden van de Baath-partij een aantal gedenkdagen valt, rekening moeten houden met een toename van het aantal aanslagen”, zei Rumsfeld in een interview op de Amerikaanse zender NBC.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer