Opinie

Commentaar: Assad weg of niet: een onmogelijk dilemma

De berichten over het gewelddadige optreden van Syrische ordetroepen tegen betogers dreigen inmiddels alweer een beetje op de achtergrond te raken. Ondanks het feit dat er wekelijks nog tientallen doden vallen en het totale aantal slachtoffers de 3500 is gepasseerd.

11 November 2011 22:22Gewijzigd op 14 November 2020 17:38

Ook in de internationale gemeenschap blijft het angstig stil. Natuurlijk klinkt her en der op gezette tijden de oproep aan de Syrische president Bashar al-Assad om het geweld te stoppen en hervormingen door te voeren.

Een heel verschil met Libië, waar de NAVO er als de kippen bij was om de opstandelingen een handje te helpen. Sterker nog: zonder dat ‘handje’ was Gaddafi vermoedelijk nu nog in leven en aan de macht geweest. Maar in het geval van Syrië loopt de wereld nog niet zo hard.

O ja, er is natuurlijk nog de Arabische Liga. Verlegen als zij is met al die recente omwentelingen in een fors deel van de Arabische wereld, kreeg ze het vorige week toch voor elkaar om een akkoord met Assad te sluiten. De Syrische president zou zijn troepen uit een aantal steden terugtrekken en geen burgers meer dood laten schieten. Ook zou hij een begin maken met het doorvoeren van beloofde hervormingen.

Niets bleek minder waar. De eerste vrijdag na het sluiten van de overeenkomst was het alweer raak. Opnieuw kwamen betogers om het leven door het optreden van het leger. Ook gisteren vielen weer zeker dertien dodelijke slachtoffers. Nu heeft de liga heel moedig gesuggereerd dat zij Syrië wel eens het lidmaatschap zou kunnen ontnemen. Alsof Assad daar vannacht een minuut minder om heeft geslapen.

Dat de leider in Damascus daadwerkelijk moet vertrekken, wordt nog nergens zo luid van de daken geschreeuwd. Bij Gaddafi en de Egyptische president Mubarak was dat na enige tijd nadrukkelijk wél het geval – ook vanuit het Westen. Inmiddels kijkt de internationale gemeenschap met angst en beven hoe de machtsverhoudingen in ‘bevrijde’ Arabische staten zich de komende tijd zullen ontwikkelen.

Het vertrek van een leider lijkt voor een bevolking die jarenlang onder een hard regime heeft gezucht een begrijpelijke oplossing. Hij vormt het symbool van al het kwaad dat hen de afgelopen decennia is overkomen. Maar zeker in het geval van Syrië is het maar de vraag wat de bevolking in het tijdperk na Assad ervoor terug krijgt.

Dat geldt helemaal voor de Syrische christenen, die nu als minderheid een redelijke bescherming door het regime genieten. Die zou wel eens stukken minder kunnen worden als Bashar al-Assad het veld moet ruimen.

Daar zit precies het dilemma. Het aanblijven van een heerser die zijn eigen bevolking in koelen bloede laat afmaken en zijn legitimiteit daardoor met de dag ziet afnemen, kan natuurlijk niet met goed fatsoen worden bepleit.

Maar het alternatief lijkt ook weinig aantrekkelijk. Daarbij komt dat Syrië ook nog eens in een regio ligt waar omwentelingen en andere vormen van onrust maar al te gemakkelijk een dramatische weerslag op de regio kunnen hebben.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer