Plaisier: Nieuwe beroepscode predikanten geen wetboek van strafrecht
LUNTEREN – De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft vrijdag ingestemd met een beroepscode voor predikanten en kerkelijk werkers. De code wordt onderdeel van de kerkelijke regelgeving. In de beroepscode komt vooralsnog geen aandacht voor hoe predikanten en kerkelijk werkers om moeten gaan met sociale media als Twitter en Facebook. Wel deed scriba dr. A. J. Plaisier de toezegging dat het synodebestuur hierop terugkomt.
Al een paar jaar is de kerk bezig met het opstellen van de beroepscode en gedragsregels voor predikanten en kerkelijk werkers. Er staan bijvoorbeeld regels in over hoe om te gaan met vertrouwelijke informatie van gemeenteleden, met persoonsgegevens en met het aannemen van cadeaus. Dat laatste mag volgens de code als het gaat om zaken van maximaal vijftig euro.
In april werd de code, opgesteld door de Bond van Nederlandse Predikanten, voor het eerst besproken. Een meerderheid van de synodeleden vond de code destijds te onduidelijk. Met ruim zeventig stemmen werd toen een tegenvoorstel van ouderling S. Hiebsch uit Amsterdam aangenomen. Zij stelde dat er veel meer aansluiting gezocht moest worden bij bestaande regels en voorschriften die al in de protestantse kerkorde staan.
Regels of aanbevelingen
Een van de belangrijke discussiepunten tijdens de synodevergadering was of de code moet worden verankerd in de kerkorde. Synodeleden waren daarover verdeeld. Enkele synodeleden vreesden een „juridisering” van de regels. „Dat staat toch in contrast met de grondhouding van een predikant. Die is niet door regelgeving af te dwingen”, zei een synodelid.
Zijn het regels of aanbevelingen, vroeg een predikante. Ze zag al een situatie voor zich waarin een kerkenraadslid haar „met de code wapperend in zijn handen” ter verantwoording roept.
Ouderling Hiebsch riep op om de tekst juist wel te verankeren in de kerkelijke regelgeving. De grondhouding van een predikant en zijn of haar gedrag moeten niet door elkaar worden gehaald, stelde ze. „De grondhouding zou je kunnen uitlegen als de binnenkant van een mens, en die is zeker niet door regelgeving af te dwingen. De regels gaan over het gedrag, de buitenkant van iemand. Daarover is wel degelijk wat te zeggen.”
Volgens Hiebsch is de beroepscode een visitekaartje van de kerk, juist als deze niet vrijblijvend is. „Dan kunnen mensen er ook op worden aangesproken.”
Ook het synodebestuur wil dat de beroepscode een plek krijgt in de kerkelijke regelgeving, gaf Plaisier aan tijdens de beantwoording van de vragen. Welke plek dat precies wordt, laat de scriba over aan het Generaal college van de kerkorde. Plaisier benadrukte dat de code vooral is bedoeld als „handreiking voor predikanten” en niet als een „wetboek van strafrecht”.
Sociale media
Synodelid G. G. van Dijk en andere twitterende synodeleden dienden vrijdag een voorstel in om ook iets vast te leggen in de code over de omgang van predikanten en kerkelijk werkers op sociale media als Twitter, Facebook en LinkedIn. „Predikanten moeten zich op sociale media niet ongepast en ongefundeerd uitlaten over anderen”, aldus zijn wijzigingsvoorstel.
De code moet aandacht hebben voor de predikant en kerkelijk werker als publiek persoon, stelde Van Dijk. „Wellicht lijkt dit minder dan vroeger, hoewel sommige predikanten de weg naar de media goed weten te vinden. Waar de publieke functie misschien minder fysiek zichtbaar is, is dat online des te meer. Onlangs bleek uit onderzoek nog dat er onder predikanten veel getwitterd wordt.” Predikanten en kerkelijk werkers moeten zich bewust zijn van „de reikwijdte van publiek optreden in de media en het actie zijn op sociale media”, vindt hij.
Van Dijk vond het jammer dat er uiteindelijk geen verwijzing naar de digitale media in de code kwam, maar nam genoegen met de toezegging van Plaisier dat het synodebestuur terugkomt op de kwestie. Plaisier: „We onderkennen de noodzaak van reflectie hoe predikanten omgaan met sociale media.”
Bekijk hier livebeeld van de synode en lees hier andere artikelen over de synode.