Beurzen onrustig door Italië
NEW YORK – Geruchten over het aanstaande aftreden van de Italiaanse premier Silvio Berlusconi beheersten maandag de beurshandel. Berlusconi ontkende dat zijn vertrek nabij is, maar de kwestie voedde zorgen over een overslag van de Griekse crisis naar de derde economie van Europa. De rente op 10-jarige Italiaanse staatsobligaties liep op tot de hoogste stand sinds 1997.
De AEX-index sloot 0,7 procent lager op 299,75 punten, de MidKap-index verloor 1,3 procent tot 466,35 punten. De graadmeters in Frankfurt, Londen en Parijs leverden tussen 0,3 en 0,6 procent in.
De zorgen over de situatie in Italië, dat onder toezicht komt van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), resulteerden vooral in lagere koersen voor de financiële sector. ING was een van de sterkste dalers in de AEX, met een verlies van 3,9 procent. Ook branchegenoten als BNP Paribas (min 0,4 procent), Crédit Agricole (min 2,5 procent), Deutsche Bank (min 0,6 procent) en Société Générale (min 2,4 procent) eindigden in de min.
Wall Street trok zich maandag op aan berichten dat het noodfonds EFSF in december moet zijn opgerekt tot 1000 miljard euro (1 biljoen).
Ruim een half uur voor het slot stond de Dow-Jonesindex 0,3 procent hoger op 12.024,76 punten. De S&P 500-index steeg ook 0,3 procent en kwam daarmee op 1256,68 punten. De Nasdaq verloor ging 0,05 procent vooruit tot 2688,21 punten.
Persbureau Reuters wist de hand te leggen op documenten waaruit bleek dat de juridische en technische voorbereidingen om het EFSF te vergroten eind november moeten worden afgerond. Het noodfonds, dat nu 440 miljard euro kan uitlenen, is dan in december klaar voor gebruik.
De eurogroep, het overlegorgaan van de ministers van Financiën van de eurozone, gaat advies inwinnen in de markt over de beste manier om het EFSF te gebruiken. Naar verluidt gaat de voorkeur uit naar een rol van het fonds als obligatieverzekeraar. Het EFSF staat dan garant voor een deel van nieuwe obligaties van zwakke eurolanden.
Berlusconi houdt vooralsnog met grote moeite een centrumrechtse coalitie overeind in de aanloop naar een stemronde in het Italiaanse parlement over economische hervormingen op dinsdag. De 75-jarige mediamagnaat verwees alle berichten over zijn aanstaande vertrek naar het rijk der fabelen, maar niet iedereen was overtuigd.
De zorgen over Italië werden geïllustreerd door de oplopende rente op de 10-jarige staatsobligaties van het land. Beleggers moesten over de streep getrokken worden om te investeren in het schuldpapier met een rente van 6,67 procent, de hoogste stand sinds 1997. Volgens marktkenners is een rente boven 7 procent onhoudbaar voor Italië.
„De bepalende factor voor de beurshandel vandaag is de vraag of Berlusconi wel of niet opstapt. Het is dus opnieuw de politiek die de markten in zijn greep houdt”, aldus een handelaar in New York. Vorige week werd gedomineerd door gesteggel in de Griekse politiek.