Weduwe Palme kent schutter
De weduwe van de vermoorde Zweedse premier Olof Palme zegt te weten wie haar man heeft doodgeschoten. Lisbet Palme zei gisteren in het eerste interview dat ze sinds de aanslag op haar man heeft gegeven, dat de Zweedse justitie hopeloos heeft gefaald in het onderzoek naar de moord op haar man.
Olof Palme werd op 28 februari 1986 onder nooit opgehelderde omstandigheden op straat doodgeschoten toen hij in Stockholm na een bioscoopbezoek met zijn vrouw zonder bewaking terug naar huis wandelde.
In de krant Dagens Nyheter zegt Lisbet Palme dat justitie grote fouten heeft gemaakt in het onderzoek naar de moord en tijdens de twee rechtszaken tegen Christer Pettersson, een voormalige verslaafde die in eerste aanleg werd veroordeeld voor de moord, maar in hoger beroep werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. De voormalige premiersvrouw heeft Pettersson tegenover de politie aangewezen als de man die de fatale schoten heeft gelost. In 1999 heeft het Zweedse hooggerechtshof heropening van de zaak verworpen, volgens Lisbet Palme ten onrechte. Het onderzoek naar de nooit opgeloste moord duurt nog altijd voort.
Pettersson, die volgens een forensisch psychiater die hem onderzocht hersenletsel heeft opgelopen waardoor zijn geheugen hiaten vertoont, heeft tijdens een interview op de Zweedse televisie twee jaar geleden verklaard zich de avond van de moord niet te kunnen herinneren. „Ik zou de moord begaan kunnen hebben, maar ik denk het niet. Mijn geweten is zuiver”, aldus Pettersson.